5
HHM lezen het voorstel van de heren van
Amsterdam aangaande het uitrusten van tien à twaalf oorlogsschepen
voor betere bewaking van de
Noordzee en
Het Kanaal en bescherming van de handel van de
Nederlanders.
1
Amsterdam zal de
schepen met alle benodigdheden en munitie en ervaren zeelieden en
officieren inhuren. De stad zal de commandeur, vice-commandeur,
kapiteins en andere officieren voorstellen aan HHM en Z.Exc. Deze
mogen hen aannemen en van instructie en commissie voorzien. Indien
HHM
en
Z.Exc. kandidaten niet geschikt achten, dan zal de stad anderen in
hun
plaats stellen. De instructie voor de schepen wordt opgesteld door
Amsterdam en eveneens eerst voorgelegd aan HHM en Z.Exc. Na
goedkeuring
hiervan of eventuele correctie zal deze gezamenlijk worden
gearresteerd
en geautoriseerd. De schepen moeten zich aan de instructie houden
en
zijn niet gebonden aan andere, algemene instructies voor staatse
oorlogsschepen, behalve inzake het respect voor de vlag van de op
zee
verblijvende luitenant-admiraal. De tien à twaalf oorlogsschepen
vallen echter niet onder diens commando.
De schepen zullen voor een periode van vier maanden de Noordzee en Het Kanaal, vanaf
Noorwegen en het
Rif van Skagen tot de
Scilly
Eilanden, bewaken en moeten conform hun instructie
voortdurend
blijven kruisen zonder zich met het konvooieren van schepen bezig
te
houden. Zij moeten slechts trachten de vijand en andere rovers te
vinden en
indien mogelijk te vernietigen.
De stad zal het voor de equipage en betaling van de schepen benodigde geld op haar krediet lenen. Na achttien maanden zal zij de terugbetaling met bijbehorende rente halen uit een korting op de consenten en belastingen.
De heren van
Holland stellen een besluit hierover uit.
12/06/1628, 5
1
Het voorstel is geïnsereerd in S.G. 3187.