12/06/1628

 
English | Nederlands

12 - 06 - 1628

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 HHM hebben de heren van Holland andermaal verzocht wapens te lenen aan de vier op Zeeland gerepartieerde compagnieën van de nieuwe lichting. De heren van Zeeland beloven dan zo spoedig mogelijk andere wapens terug te geven. Holland is echter niet bereid gevonden deze lening te doen.

2 HHM resumeren de op 10 juni genomen resolutie aangaande het afdanken van de vier met generaal Morgan uit Stade afkomstige Schotse regimenten. Daarnaast zijn zij bericht over het verzoek van secretaris Gunter de vier regimenten nog voor drie weken aan te houden. Hij neemt er genoegen mee als de betaling van het onderhoud en de servitiën gedurende deze periode worden afgetrokken van het aan de koning van Denemarken beloofde secours.
HHM laten de regimenten in hun garnizoensplaatsen afdanken door een monstercommissaris. Indien dit niet behoorlijk kan geschieden zonder voorgaande betaling van het onderhoud en de servitiën over de periode van hun aankomst tot de dag van de cassatie geven zij de commissaris een open brief mee voor Philippe Calandrini in Amsterdam. Calandrini wordt hierin gelast het onderhoud te betalen. Als Calandrini dit weigert, zal de commissaris vertrekken naar Harderwijk, Elburg en Hattem, de garnizoenssteden van de Schotten. Daar zal hij de magistraten verzoeken het geld voor het onderhoud en de servitiën voor te schieten en beloven dat ontvanger Doublet dit spoedig zal terugbetalen of in rekening valideren. Daartoe geven HHM de commissaris ook brieven aan deze magistraten mee.

3 Ontvanger Johan van Yck schrijft d.d. 11 juni dat bij het innen van de door Holland te betalen subsidie voor de Admiraliteit enkele ontvangers op de kantoren in Holland dwarsliggen. Grotendeels hierdoor kan hij niet de door HHM gewenste 40.000 à 50.000 gld. aan Bleiswijck geven voor de betaling van de twee voor de Grote Visserij gekochte schepen.
HHM verzoeken de heren van Holland de bezwaren van enkele van hun ontvangers weg te nemen. Zij laten Van Yck berichten over dit gedrag, zodat zij het per geval in acht kunnen nemen.

4 Ter sprake is gebracht dat Bleiswyck het geld voor de twee vanwege een eerder besluit voor de Grote Visserij in Amsterdam gekochte schepen moet ontvangen opdat het respect voor en krediet van deze gedeputeerde bewaard blijven.
HHM gelasten ontvanger-generaal Doublet 20.000 gld. van het door Friesland ter ondersteuning van de Admiraliteit opgebrachte geld aan Jan van Yck te betalen opdat deze dit bedrag dan voor bovengenoemd doel aan Bleiswyck verstrekt.

5 HHM lezen het voorstel van de heren van Amsterdam aangaande het uitrusten van tien à twaalf oorlogsschepen voor betere bewaking van de Noordzee en Het Kanaal en bescherming van de handel van de Nederlanders. 1 Amsterdam zal de schepen met alle benodigdheden en munitie en ervaren zeelieden en officieren inhuren. De stad zal de commandeur, vice-commandeur, kapiteins en andere officieren voorstellen aan HHM en Z.Exc. Deze mogen hen aannemen en van instructie en commissie voorzien. Indien HHM en Z.Exc. kandidaten niet geschikt achten, dan zal de stad anderen in hun plaats stellen. De instructie voor de schepen wordt opgesteld door Amsterdam en eveneens eerst voorgelegd aan HHM en Z.Exc. Na goedkeuring hiervan of eventuele correctie zal deze gezamenlijk worden gearresteerd en geautoriseerd. De schepen moeten zich aan de instructie houden en zijn niet gebonden aan andere, algemene instructies voor staatse oorlogsschepen, behalve inzake het respect voor de vlag van de op zee verblijvende luitenant-admiraal. De tien à twaalf oorlogsschepen vallen echter niet onder diens commando.
De schepen zullen voor een periode van vier maanden de Noordzee en Het Kanaal, vanaf Noorwegen en het Rif van Skagen tot de Scilly Eilanden, bewaken en moeten conform hun instructie voortdurend blijven kruisen zonder zich met het konvooieren van schepen bezig te houden. Zij moeten slechts trachten de vijand en andere rovers te vinden en indien mogelijk te vernietigen.
De stad zal het voor de equipage en betaling van de schepen benodigde geld op haar krediet lenen. Na achttien maanden zal zij de terugbetaling met bijbehorende rente halen uit een korting op de consenten en belastingen.
De heren van Holland stellen een besluit hierover uit.

6 Twee brieven van Carel van Cracou d.d. Elseneur [Helsingør] 14 en 23 mei behoeven geen resolutie.

7 Luitenant-admiraal Dorp stuurt d.d. 9 juni vanaf het buiten de banken gelegen schip Neptunus een lijst met de door de Admiraliteitscolleges voor Duinkerke gezonden schepen.
HHM geven de brief aan Brouwer om deze te onderzoeken.

1 Het voorstel is geïnsereerd in S.G. 3187.