7
De heren van
Holland berichten dat die van de
VOC
graag 60.000 gld. willen laten
slaan door de munthuizen te
Dordrecht en
in
Noord-Holland. Verdeeld in 24.000 gld. aan
schellingen, 12.000 gld. aan dubbele stuivers, 12.000 aan enkele
stuivers en 12.000 aan halve stuivers moeten deze munten naar
Oost-Indiƫ worden vervoerd om daar te worden
aangewend. De wisselbank van
Amsterdam zou het
benodigde materiaal voor het munten moeten leveren.
HHM stemmen hiermee in. Zij machtigen de muntmeesters van de verschillende munthuizen hiertoe, mits deze regelen dat er niet meer dan de 60.000 gld. wordt gemunt en dat dit conform de gebruikelijke regels van het land gebeurt. De Bewindhebbers moeten regelen dat alle munten het land worden uitgevoerd. Als de
griffier deze resolutie met de
Generaals van de
Munt
heeft besproken en deze geen gewichtige bezwaren
hebben, zullen HHM haar definitief vaststellen.