04 - 08 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
HHM stellen de akte vast krachtens welke commissaris
Snouck
Philippe Calandrini moet
manen het onderhoud en de servitiën te betalen voor de uit
Stade gekomen soldaten van
Morgan. Zij schrijven de magistraat van
Amsterdam om Snouck te helpen.
2
De heren van
Holland brengen een brief ter sprake van schout
Blijenborch te Dordrecht, aldaar
geschreven op 2 aug.
Jan
Brouwershaven, inwoner van
Roosendaal, zou rond
Pasen 44 vaten buskruit hebben uitgevoerd naar
Antwerpen. Hiertoe
zou
hij een vermeend consent van HHM en een paspoort van de
Admiraliteit te Amsterdam
hebben
gebruikt.
HHM gelasten gouverneur
Ryhoven om Brouwershaven te laten ontbieden. Hij moet achterhalen
wat er
waar is van deze beschuldiging en HHM daarover berichten.
Indien
Brouwershaven geen schuld heeft, dient Ryhoven hem beleefd te laten
gaan.
3
HHM bespreken nogmaals het verzoek van de kapiteins van de op
Zeeland
gerepartieerde onbetaalde Franse compagnieën onder het regiment van
Candale.
HHM gelasten en machtigen ontvanger-generaal
Doublet de kapiteins conform het door Zeeland te betalen bedrag
drie
betalingen te verstrekken. Deze worden in mindering gebracht op de
quote welke de
Admiraliteit in
Zeeland
tegoed heeft van de defecten in de consenten
van
Utrecht
en
Groningen
ter subsidie van de Admiraliteit van
1622 tot en met 1627.
4
HHM
nemen voorlopig geen besluit over het bericht van de gezanten in
Frankrijk d.d. Parijs 21 juli dat de
koerier met de brieven is aangekomen.
5
Hertevelt meldt het gisteren ingediende rekest van
Pieter van Herten, drost van
Huissen,
te hebben besproken met Z.Exc. Deze adviseert dat men het verzoek
in
overweging moet nemen en te zijner tijd acht moet slaan op het
inzetten
of
bevorderen van de suppliant.
HHM nemen dit advies over.
6
Hertevelt bericht dat Z.Exc. het nuttig zou vinden de langs de
IJssel aanbestede
forten die zonder levend
rijswaardenhout niet kunnen worden voltooid tegen de vijand te
laten
versterken met een borstwering.
HHM stellen dit echter uit, aangezien het water op de rivier hoog staat en de vijand niets onderneemt.
7
De heren van
Holland berichten dat die van de
VOC
graag 60.000 gld. willen laten
slaan door de munthuizen te
Dordrecht en
in
Noord-Holland. Verdeeld in 24.000 gld. aan
schellingen, 12.000 gld. aan dubbele stuivers, 12.000 aan enkele
stuivers en 12.000 aan halve stuivers moeten deze munten naar
Oost-Indië worden vervoerd om daar te worden
aangewend. De wisselbank van
Amsterdam zou het
benodigde materiaal voor het munten moeten leveren.
HHM stemmen hiermee in. Zij machtigen de muntmeesters van de verschillende munthuizen hiertoe, mits deze regelen dat er niet meer dan de 60.000 gld. wordt gemunt en dat dit conform de gebruikelijke regels van het land gebeurt. De Bewindhebbers moeten regelen dat alle munten het land worden uitgevoerd. Als de
griffier deze resolutie met de
Generaals van de
Munt
heeft besproken en deze geen gewichtige bezwaren
hebben, zullen HHM haar definitief vaststellen.
8
HHM hervatten het gisteren ingediende rekest van
Abraham Jansz. Wens. Nu verklaart Wens ermee genoegen te nemen indien hem 1.000
per
maand van zijn 13.000 pond schuld wordt betaald.
HHM laten de
president met de
ontvanger-generaal
bespreken of de suppliant kan worden geholpen.
9
HHM lezen het rekest van
Sebastiaen Bolleman, oud-burgemeester van Schiedam. De gedelegeerde rechters
hebben bepaald dat de suppliant tijdens zijn ambtsperiode als raad
in
de
Admiraliteit te Rotterdam
in
1620
onbevoegd 1.240 pond heeft ontvangen. Hij zou dit bedrag moeten
terugbetalen aan de
ontvanger van
dit
College. De suppliant voelt zich door deze uitspraak verongelijkt
en
verzoekt HHM om hem dit bedrag, mede vanwege zijn onherstelbare
ongelukken op
zee,
ruimhartig kwijt te schelden.
HHM staan de suppliant toe het genoemde bedrag in plaats van op de eerder bepaalde termijn in drie achtereenvolgende jaren vanaf 10 nov. 1627 te betalen.
10
In een rekest meldt
Jacob Dirxsz. de Swart met veel werk en hoge kosten een nieuwe uitvinding te
hebben gedaan om bloemen, lofwerk, personen, dieren, gevogelte en
andere afbeeldingen zonder inkt op verguld, zilveren en
gekleurd leer af te drukken. Dit unieke procedé heeft eerder van
doen met goudsmeden
dan met Spaanse en andere uitvindingen op het gebied van goudleer.
De Swart verzoekt hem in ruil voor zijn onkosten
octrooi
voor twintig jaar te verlenen. Gedurende deze tijd zouden hij, zijn
erfgenamen of zijn gemachtigden exclusief met zijn uitvinding
kleding,
tapijten, behang en andere producten mogen maken, terwijl alle
goudleermakers
en anderen in de Republiek verboden wordt de vinding na te maken
of
deze
in te voeren of te verkopen.
HHM verlenen de suppliant voor acht jaar octrooi, conform de daarin opgenomen straffen en bepalingen.
11
Een in het op zee voor Texel gelegen schip Gelderlant geschreven brief van vice-admiraal
Berchem d.d. 30 juli met zijn journaal en aan boord genomen
besluiten behoeft geen resolutie.
12
Namens de RvS wordt bericht dat de bouw van de voorgenomen verdedigingswerken bij
Bergen op Zoom en
Steenbergen ver genoeg is gevorderd. Voor
de betaling van het door de aannemers bij de eerstgenoemde
locatie
bedongen loon kan ordonnantie worden verleend op ontvanger-generaal
Doublet, maar deze zegt
hiervoor geen geld te hebben.
HHM verzoeken de heren van
Holland
en
Zeeland
om het voor de fortificaties
benodigde geld conform eerdere resoluties op het kantoor van de
ontvanger-generaal te betalen. Zij moeten onderling overeenkomen
welk
aandeel zij daaraan bijdragen.
13
Naar aanleiding van het rapport van
Bruininxs over het op 22 juni ingediende rekest van kapitein
Willem van Brederoode achten HHM
diens aanspraken ongegrond en wijzen zij het
verzoek
af.
14
HHM stemmen in met het voorstel om voor
Wijnant de Keyser voorlopig ordonnantie te depêcheren van 3.000 gld. opdat
hij zichzelf kan onderhouden totdat zijn zaak en aanspraken
grotendeels
zijn afgehandeld.
15
HHM stemmen in met het voorstel van de
president om
Opten Oort hierheen te
laten terugkeren. Dit opdat hij rekening en verantwoording kan
afleggen
over
het door hem conform de overeenkomst met de RvS
ontvangen geld voor het uitdiepen van de
IJssel.
16
Aelbertsz. bericht dat de afgevaardigden krachtens de resolutie van 30
juni op 17 juli in
Amsterdam zijn geweest. Daar
zijn
in hun aanwezigheid de besprekingen over de 21-jarige rekening van
de
VOC
voortgezet en is er een
correcte
sluiting van deze rekening opgesteld. De opnemers waren het echter
niet
eens geworden over de voet van deze sluiting en zijn onverrichter
zake
uiteengegaan. Zij vragen HHM om dezelfde grondslag te nemen als in
1608 bij het opstellen van de rekeningen is genomen of een
andere voet voor te schrijven.
HHM laten Aelbertsz. zijn advies hierover eerst opschrijven.