12
De RvS adviseert d.d. 6 sept. over de op 11 aug. namens de
keurvorst van Keulen door
Jodocus Frytagh,
afgezant van Recklinghausen, ingediende propositie. De
Raad
acht het nodig dat het in 1622 uitgevaardigde plakkaat tegen de
overlast van de soldaten wordt herdrukt en opnieuw aan alle
gouverneurs
en commandanten van de garnizoenen en grenssteden wordt
gestuurd.
In deze brieven zouden de belangrijkste en hiernavolgende
punten
van het plakkaat benadrukt moeten worden met de strikte opdracht
deze nauwgezet na te leven:
Soldaten mogen slechts naar buiten gaan om
de
vijand te beschadigen en in een vereiste bezetting van 25, dertig of
veertig man. Kleinere groepen moeten worden begeleid
door
een bekwaam officier, die de
verantwoordelijkheid draagt voor zijn meegekomen troepen. Verder moeten de namen en de duur van
het
verlof van de uitgerukte soldaten in hun pascedels worden vermeld.
Om
de klachten van de buurlanden en de onder contributie gelegen
gebieden
te verhelpen, moet hun worden toegestaan de heterdaad op
knevelarij
betrapte soldaten zelf met de ingewonnen informatie naar
nabijgelegen
garnizoenen te sturen. Daarvandaan kunnen zij worden gestuurd naar
de
garnizoenen waarin zij liggen of waarnaar Z.Exc. of de Raad het
nodig
achten om een passende straf te krijgen. Op dergelijke wijze
gevangengenomen soldaten mogen dan niet meer door hun kapitein of
een
tamboer worden ontboden, zoals voorheen is gebeurd.
Aangezien alle gevangenen en arrestanten voor civiele zaken conform het recht onder borgstelling moeten worden vrijgelaten, vindt de Raad dat de gevraagde vrijlating van
Jurgen Cortelinck moet worden ingewilligd.
Zoals de Republiek alles doet om de neutralen en de landen onder contributie tevreden te stellen, moeten deze op hun beurt zorgen dat de staatse soldaten over hun handelwijze niets te klagen hebben, wat zij ook hun inwoners moeten gelasten. Ook moeten zij hun soldaten en schutters de door hun gebieden komende staatse soldaten laten tevredenstellen en deze niet laten lastigvallen bij het vervolgen van de vijand of het uitvoeren van hun opdracht. Gebeurt dit toch, dan verliezen zij de door de Republiek aan hen verleende voordelen.
HHM nemen dit advies over.1 Zij verzoeken de RvS om de brief aan de gouverneurs en commandanten te sturen.
07/09/1628, 12
1
Het plakkaat is opgenomen in: Groot placaet-boek II, kol. 130.