29/09/1628, 13

 
English | Nederlands

29/09/1628, 13

13 In een rekest meldt Rodolff van Marteloch, burger van Nijmegen, dat de keurvorst van Trier hem tegenwerkt bij het verwerven van de investituur van door hem geërfde leengoederen op de weide bij Koblenz in het keurvorstendom Trier en het ontvangen van negen jaar pachtgeld. Hij vraagt HHM om hem een represaillebrief te verlenen op enkele in de Overbetuwe gelegen goederen en het karthuizerklooster bij Koblenz of te gelasten dat de nu in Emmerik [Emmerich] aanwezige afgevaardigden van Trier worden aangehouden en vastgehouden totdat zij bij de keurvorst de investituur voor de suppliant hebben geregeld.
HHM laten de in Huissen met de afgevaardigden van Trier in vergadering zijnde kanselier van Gelderland dit rekest met hen bespreken. De afgevaardigden moeten door bemiddeling met de keurvorst regelen dat de suppliant wordt tevredengesteld. Als dit is gebeurd, zullen HHM andere benodigde voorschrijvingsbrieven overwegen.