17/10/1628, 14

 
English | Nederlands

17/10/1628, 14

14 Agent Carlaton compareert en dient een propositie in.1
Op speciaal bevel van zijn koning zal Carlaton HHM meer uitleg geven over de kwestie Amboina [Ambon]. Z.M. is via hun ambassadeurs verzocht getuigen te sturen die aan de slachting van hun collega's en vrienden aldaar zijn ontsnapt en naar Engeland zijn gevlucht. Zij leven nog en kunnen worden ondervraagd en onderzocht door de hier door HHM aangestelde rechters. Deze kunnen tevens de door de omgebrachte personen achtergelaten originele documenten onderzoeken, evenals de verklaringen van hun onschuld enkele uren voor hun dood.
Er is geen wet of praktijk tussen Engeland en de Republiek om in dergelijke zaken getuigen uit een ander rechtsgebied persoonlijk te laten verschijnen. De koning denkt dat de rechtmatig afgenomen getuigenissen moeten worden gebruikt om de getuigen te overtuigen naar Nederland te reizen. Om verschillende redenen kunnen de genoemde getuigen echter niet gedwongen worden om de gewenste reis te ondernemen. Zij kunnen vasthouden aan hun voorrechten. Z.M. heeft hen niet kunnen dwingen, omdat het niet conform de wetten en praktijk van de staat is wanneer een vorst zijn onderdanen zou dwingen vanwege dit soort zaken hun rechtsgebied te verlaten. Als HHM nog blijven aandringen op meer getuigenissen en verklaringen van de onderdanen van Z.M. dienen zij daartoe een of twee rechters naar Z.M. te sturen of commissarissen te machtigen om te helpen verklaringen af te nemen.
De documenten waarvan men het origineel heeft gevraagd, heeft Z.M. laten bezorgen aan de agent van de Engelse Compagnie om te worden getoond aan de genoemde rechters. Deze bevatten als bewijsmateriaal veel verklaringen en getuigenissen van mensen die de geëxecuteerden hebben gekend. Z.M. bewaart de authentieke kopieën van alle stukken voor het geval de op verzoek van HHM gestuurde originelen per ongeluk of toevallig verloren gaan.
Z.M. heeft Carlaton verder gelast te verklaren binnenkort een besluit van HHM te verwachten. Het is echter niet zijn bedoeling de zaak Amboina geheel aan het oordeel van de rechters van HHM voor te leggen. Hij wil zich het recht voorbehouden om zelf een beslissing te mogen maken. Dit blijkt uit de vele aanzeggingen die namens Z.M. aan ambassadeur Joachimi, aan gezant Catz en dikwijls door Dorchester aan HHM zijn gedaan.

1 De in het Frans gestelde propositie is geïnsereerd in S.G. 3187.