9
Eck deelt mee dat de
weduwe en
de
erfgenamen van
ambassadeur
Berck voor het gebruik
van de tolk
na het vertrek van
Lus uit
Venetië, eenzelfde bedrag
verzoeken
als de
heer
van
Oosterwyck jaarlijks ontvangt voor de correspondent in
Genua. Ten tweede vragen zij om een vergoeding
voor de vier dagen die Berck na zijn vertrek uit
's-
Gravenhage en
voor zijn vertrek naar
Venetië in
Dordrecht doorgebracht heeft.
Ten
derde vragen zij HHM een omrekeningsvoet voor de Venetiaanse
dukaat
vast te stellen, om het door Berck te Venetië opgenomen
geld te
kunnen verrekenen.
HHM maken bezwaar tegen de eerste twee verzoeken, op het derde bepalen zij dat de Venetiaanse dukaat voor 100 groten gerekend zal worden.