17
Van der Dusse en thesaurier-generaal
Van
Goch,
teruggekeerd uit het leger voor 's-
Hertogenbosch,
overhandigen hun geloofsbrieven van
Z.Exc. en de
gedeputeerden te
velde, beide d.d. 16 juni. Uit kracht van deze brieven verzoeken
zij HHM met klem
de provincies aan te manen onmiddellijk de waardgelders te lichten
waarom
de RvS schriftelijk heeft gevraagd. Ook moeten zij Z.Exc. de
namen van de
kapiteins van de
waardgelders en hun
verzamelplaatsen bekendmaken. De
waardgelders kunnen dan spoedig naar de grenssteden
worden gestuurd, en andere compagnieën kunnen daaruit
vertrekken
naar het leger te velde. De provincies die nog niet met
de
lichting van waardgelders rond zijn, kunnen eventueel tijdelijk
burgercompagnieën
inzetten.
In de tweede plaats vragen beide gecommitteerden snel maatregelen te treffen voor het sturen van geld, aangezien bij hun vertrek nog slechts 38.000 gld. in kas was, waarop reeds ordonnanties waren verleend. Zo niet, dan kunnen de gedeputeerden te velde de lopende werkzaamheden niet voortzetten.
Op het eerste punt besluiten HHM de provincies nogmaals ernstig aan te manen hun uiterste best te doen voor de lichting, zodat de waardgelders met patenten van Z.Exc. kunnen worden ingezet. De provincies wier compagnieën nog niet gereed zijn mogen zolang burgercompagnieën naar de grenzen sturen. De namen van de kapiteins en hun verzamelplaatsen moeten zij rechtstreeks naar Z.Exc. sturen.
Wat het tweede punt aangaat, worden de gedeputeerden van de provincies verzocht de openlijke verzoeken van gisteren en eergisteren persoonlijk bij hun principalen te ondersteunen.
Ten slotte wordt ontvanger-generaal
Doublet in de vergadering ontboden om te vernemen welke provincies
in gebreke zijn gebleven wat betreft de vier vijfden van het
miljoen
aan
legerlasten waarom door de RvS door middel van een petitie is
verzocht en waarop
de
decharges reeds zijn uitgegaan.