20/07/1629, 12

 
English | Nederlands

20/07/1629, 12

12 Noortwyck en Schaffer herhalen ten overstaan van de RvS het rapport dat ze gisteren uitgebracht hebben over hun gesprek met Camerarius, ambassadeur van de koning van Zweden, krachtens de resolutie d.d. 18 juli. De Staten van Groningen hebben de officieren van de lichting voor de koning van Zweden in en omtrent Emden, op dit moment vierentwintighonderd man sterk, laten polsen en zij zijn bereid zich voor drie herenmaanden in dienst van HHM te stellen. Zij bieden tevens aan zich in een korte tijd te versterken tot drieduizend man, mits HHM instaan voor de betaling van een maand soldij, geschat op 50.000 gld., de levensmiddelen die liggen te bederven en de huur en de licentiëring van de schepen. Verder moet de vergadering maarschalk Falckenberch toestaan een nieuwe rekrutering van twee- of drieduizend man toestaan en hem daartoe 10.000 of 12.000 rijksdaalder verstrekken tegen een rente van zes procent per jaar. Noch de maarschalk, noch de officieren willen echter iets doen zonder kennisgeving aan Camerarius. HHM moeten ten slotte hun dienst zo spoedig mogelijk excuseren bij de koning. De ambassadeur heeft hierop geantwoord dat de koning de soldaten hard nodig heeft, maar hij ging ermee akkoord de excuses van HHM voor het aannemen van de troepen in deze gevaarlijke tijden te ondersteunen. Hij stemde er tevens mee in de maarschalk te schrijven om de gestelde voorwaarden af te zwakken.
De RvS meent bezwaren te moeten hebben tegen de gevraagde 50.000 gld., aangezien men na afloop van de dienst of na de overwinning bij 's- Hertogenbosch de bovengenoemde soldaten terug ten dienste van de maarschalk zal stellen en dat hij bijgevolg geen loopgeld moet terugbetalen. Men mag de maarschalk een nieuwe rekrutering in het vooruitzicht stellen wanneer de omstandigheden dat toelaten, maar nog geen geld verstrekken. Voor het transport van de troepen moeten HHM op kosten van de maarschalk voor schepen zorgen en hem ontslaan van het vrachtgeld van de schepen die hijzelf al geladen zou hebben. De levensmiddelen die aan het bederven zijn, moeten volgens een lijst overgenomen worden en ten slotte moeten de soldaten zo snel mogelijk bij de koning van Zweden geëxcuseerd worden.
Er wordt geen resolutie genomen, maar de heren van Holland stellen dat de voorwaarden te hoog zijn.