20/07/1629

 
English | Nederlands

20 - 07 - 1629

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 HHM verlenen ordonnantie voor de declaratie van reis- en verblijfkosten op de reis van Schaffer naar Friesland en Groningen.

2 Z.Exc. schrijft vanuit het leger voor 's-Hertogenbosch d.d. 19 juli. HHM nemen geen besluit.

3 De burgemeesters, schepenen, raad en inwoners van de platgebrande stad Büderich en de gehuchten Ginderich, Borth en Wallach verzoeken kwijtschelding van hun restanten in de Brandenburgse contributie en vragen bijgevolg Johannes Retzer te gelasten de inning stop te zetten.
De vergadering vraagt advies aan de RvS.

4 Z.Exc. schrijft vanuit het leger voor 's-Hertogenbosch d.d. 19 juli over het optrekken van de vijand. HHM nemen geen besluit.

5 HHM lezen het bericht van enkele hoofdparticipanten van de WIC ter Kamer Amsterdam die toevallig in 's- Gravenhage aanwezig waren, op de gisteren ingediende remonstrantie van de Bewindhebbers van dezelfde Kamer, waarin laatstgenoemden interpretatie verzochten aangaande het tijdstip van de op 14 juli door HHM volgens artikel 14 van het octrooi goedgekeurde afloting van een derde van de Bewindhebbers.
De vergadering besluit de afloting te laten plaatsvinden over zes weken, om de Bewindhebbers tijd te geven enkele lopende zaken af te handelen. De termijn van de nieuwe Bewindhebbers, vastgesteld in het octrooi, zal pas ingaan op het moment dat hun voorgangers zijn afgetreden. Om de uitvoering van de resolutie d.d. 14 juli te bewerkstelligen, machtigen HHM de hoofdparticipanten uitdrukkelijk om de afloting door te laten gaan, ook indien de Bewindhebbers bezwaar maken tegen de periode van zes weken of de afloting willen uitstellen.

6 De schout, burgemeesters, schepenen en inwoners van de dorpen Zundert en Rijsbergen in de Baronie van Breda verzoeken in een rekest hun lijst voor het halen van levensmiddelen te vernieuwen en uit te breiden, aangezien het aantal inwoners is toegenomen sinds de laatste sluiting.
De vergadering vraagt advies aan de RvS.

7 Geertruijt van Wassenaer en Johanna van Wassenaer, dochters van de heer van den Bosch, verzoeken zich met brieven van sauvegarde en neutraliteit in Roosendaal te mogen vestigen.
Franchois Stalius, uit Antwerpen, verzoekt zich met brieven van sauvegarde en neutraliteit te mogen vestigen in Doel [Beveren].
HHM laten een beslissing over aan de RvS.

8 De gedeputeerden te velde schrijven d.d. 19 juli dat zij zich door geldgebrek in een zorgelijke situatie bevinden.
HHM besluiten de provincies ernstig aan te manen consent te verlenen op de petitie van vijfmaal 100.000 gld. voor de legerlasten van 1629, verzocht bovenop het miljoen.

9 De Admiraliteit te Rotterdam antwoordt d.d. Rotterdam 18 juli op de missive van HHM d.d. 17 juli en voegt daar verschillende bijlagen bij over de inbeslagname van het schip van Jan de Haro, koopman te Amsterdam.
De vergadering stelt Lochteren, Bas en Rode deze papieren ter hand om ze te onderzoeken en er verslag van te doen.

10 Het concept van de missive aan de Staten van Friesland wordt goedgekeurd.

11 Ontvanger-generaal Doublet compareert en deelt mee dat de Staten van Holland bereid zijn 100.000 gld. naar het leger te sturen, maar zij willen eerst van de RvS een akte verkrijgen waarmee zij dat geld kunnen verrekenen met de consenten die zij daar later voor zullen aanduiden. De ontvanger vraagt de mening van HHM.
De RvS is van mening dat de consenten op die manier uitgehold worden en dat de Staten van Holland het gevraagde bedrag zouden moeten betalen in mindering van de 500.000 gld. voor de legerlasten.
Door de grote nood gaat de vergadering evenwel akkoord met het voorstel en zij machtigt de RvS de verzochte akte te verlenen.

12 Noortwyck en Schaffer herhalen ten overstaan van de RvS het rapport dat ze gisteren uitgebracht hebben over hun gesprek met Camerarius, ambassadeur van de koning van Zweden, krachtens de resolutie d.d. 18 juli. De Staten van Groningen hebben de officieren van de lichting voor de koning van Zweden in en omtrent Emden, op dit moment vierentwintighonderd man sterk, laten polsen en zij zijn bereid zich voor drie herenmaanden in dienst van HHM te stellen. Zij bieden tevens aan zich in een korte tijd te versterken tot drieduizend man, mits HHM instaan voor de betaling van een maand soldij, geschat op 50.000 gld., de levensmiddelen die liggen te bederven en de huur en de licentiëring van de schepen. Verder moet de vergadering maarschalk Falckenberch toestaan een nieuwe rekrutering van twee- of drieduizend man toestaan en hem daartoe 10.000 of 12.000 rijksdaalder verstrekken tegen een rente van zes procent per jaar. Noch de maarschalk, noch de officieren willen echter iets doen zonder kennisgeving aan Camerarius. HHM moeten ten slotte hun dienst zo spoedig mogelijk excuseren bij de koning. De ambassadeur heeft hierop geantwoord dat de koning de soldaten hard nodig heeft, maar hij ging ermee akkoord de excuses van HHM voor het aannemen van de troepen in deze gevaarlijke tijden te ondersteunen. Hij stemde er tevens mee in de maarschalk te schrijven om de gestelde voorwaarden af te zwakken.
De RvS meent bezwaren te moeten hebben tegen de gevraagde 50.000 gld., aangezien men na afloop van de dienst of na de overwinning bij 's- Hertogenbosch de bovengenoemde soldaten terug ten dienste van de maarschalk zal stellen en dat hij bijgevolg geen loopgeld moet terugbetalen. Men mag de maarschalk een nieuwe rekrutering in het vooruitzicht stellen wanneer de omstandigheden dat toelaten, maar nog geen geld verstrekken. Voor het transport van de troepen moeten HHM op kosten van de maarschalk voor schepen zorgen en hem ontslaan van het vrachtgeld van de schepen die hijzelf al geladen zou hebben. De levensmiddelen die aan het bederven zijn, moeten volgens een lijst overgenomen worden en ten slotte moeten de soldaten zo snel mogelijk bij de koning van Zweden geëxcuseerd worden.
Er wordt geen resolutie genomen, maar de heren van Holland stellen dat de voorwaarden te hoog zijn.

13 In afwezigheid van Ploos en Haersolte, herhaalt Noortwyck ten overstaan van de RvS het gisteren uitgebrachte rapport. Samen met de genoemde gedeputeerden heeft hij krachtens de resolutie d.d. 18 juli de graaf van Schwarzenberg opgezocht en deze heeft verklaard ten zeerste beducht te zijn voor de executie van de door de keizer gedecreteerde rijksban op de keurvorst van Brandenburg, uitgesproken omwille van de contributies in het Land van Gulik [Jülich], Berg, Kleef, Mark et cetera, waardoor de keurvorst wellicht van zijn onderdanen en landen beroofd wordt. De graaf verzoekt bijgevolg de contributies op te schorten en belooft in ruil op hand en zegel de geleende 100.000 rijksdaalder met rente terug te betalen in vijf termijnen, of eerder, verdeeld in gelijke delen met de daarop vervallen rente. De inkomsten van de landen die in het akkoord met de hertog van Palts-Neuburg aan de keurvorst zijn toegewezen, wijst hij hiervoor in het bijzonder aan. Daarnaast stelt hij als voorlopige regeling voor achthonderd of negenhonderd infanteristen gedurende enkele maanden, totdat het leger ontbonden zal zijn, te onderhouden, waarna men de zaken des te makkelijker zal kunnen afhandelen. De compagnieën ruiters zullen evenwel afgedankt moeten worden. De graaf houdt vol dat de keurvorst, naar proportie van de hem toegewezen landen, tot niets meer dan dat verplicht is volgens de alliantie.
Op verzoek van HHM zal de RvS zijn advies hierover uitbrengen.

14 De gezamenlijke grauwpapiermakers vragen in een rekest de konvooi- en licentmeesters te gelasten alleen nog paspoorten voor het transport van oude netten te verlenen, indien deze naar plaatsen worden vervoerd waar ze in grauwpapiermolens worden verwerkt.
De vergadering vraagt advies aan de Admiraliteit te Rotterdam en in het Noorderkwartier .

15 De RvS meldt dat enkele personen ten oosten van de Rijn met karren het vijandelijke leger hebben bevoorraad, ondanks de sluiting van de licenten, en dat zij door de soldaten aangehouden zijn. De Raad vraagt de in beslag genomen goederen tot rechtmatige buit te verklaren, al stellen de resoluties d.d. 7 en 12 juli dat de licenten op levensmiddelen alleen worden gesloten op de Rijn, de Maas, de Schelde, naar Mark, etc., en naar de plaatsen die tussen de genoemde rivieren zijn gelegen.
Op de vraag van de RvS wat hun mening hierover is, antwoorden HHM dat de bedoeling van de sluiting is de aanvoer van levensmiddelen naar de vijand en zijn bondgenoten te hinderen. Bijgevolg worden de in beslag genomen waren tot rechtmatige buit verklaard.