25 1
Raadsheren
Diderick van Bemmel en burggraaf
Bernard van
Welderen hebben uit kracht van
hun
geloofsbrieven van het
Hof van
Gelderland
d.d. 6/16 augustus. HHM voorgesteld om na
de
overgang van
Amersfoort, over
Wijk
bij Duurstede gunstig te beschikken en de stad
met
oorlogsvolk te bezetten om deze te bewaren voor een bestorming. Ook
verzoeken ze om enkele retranchementen of een
verschansing
van boven de dijk van
Amerongen en dat in een
formaat als HHM raadzaam achten. Ze oordelen het zelf hoognodig om
in
elk
geval een retranchement te maken bij het veer aan de
Betuwse zijde tegenover de stad Wijk bij
Duurstede, om
naar gelang de situatie dat vereist de zijde van de stad grenzend
aan
het
water te kunnen verdedigen met kanonnen en
musketten.
Ten tweede verzoeken de supplianten HHM om de
Rijn aan de Betuwse zijde vanaf Wijk bij Duurstede naar beneden
tot aan de
Vaartse
Rijn of
Vianen
met
krijgsvolk te bezetten, of tenminste de belangrijkste avenues en
de
plaatsen waar de vijand met weinig moeite zijn sloepen te water
kan laten en snel volk kan overzetten.
Ten derde klagen de supplianten dat alle troepen te
Arnhem onder het commando van graaf
Ernst
Casimir van
Nassau zijn verdeeld, ten behoeve van de bezetting van de
grenssteden op de
IJssel tussen
Doesburg en
Zwolle, de
steden
Wageningen,
Rhenen,
alsmede de
Waal stroomopwaarts tussen de dwarsdijk en
Schenkenschans
['s-Gravenwaard] en vandaar
de Rijn stroomafwaarts
tot Wijk bij Duurstede. Ze laten het ter discretie van HHM of
vanaf die zijde of uit de troepen geen koppen kunnen
worden gelicht.
HHM verklaren ten eerste bericht te hebben ontvangen dat enkele compagnieën soldaten al binnen deze stad zijn gebracht, dat er om de stad enkele werken zijn gemaakt, dat er veertig gardes naar de dijk waren gebracht om deze door te steken, maar dat ze gelukkig commandant
Duijck konden opdragen een travers op de dijk aan te
leggen.
Ten tweede verklaren HHM dat uit de graafschappen
Buren,
Culemborg en de heerlijkheid
Vianen de derde man uit de
stad en de vierde man van de opgezetenen van het platteland van de
graafschappen en de heerlijkheid worden opgeroepen, ouder dan
twintig en jonger dan zestig.
Ze moeten hun districten overdag en 's nachts met goede orders
en goed bewapend beschermen en waken over de passages waarlangs de
vijand
de Betuwe zou kunnen binnenvallen. Ook roepen HHM de derde en
vierde man onder
dezelfde voorwaarden op uit de steden
Leerdam,
Heukelum,
Asperen,
IJsselstein,
Beesd en
Rhenoy. Ze dienen zich bewapend met een musket en
vuurroer en
voorzien van een spade of een schop en levensmiddelen voor een tijd
van
zes dagen te vervoegen in
Ravenswaaij, alwaar ze
van
kolonel
Haulterives orders over
hun wacht en
werkzaamheden zullen ontvangen.
Ten derde verklaren HHM dat aan graaf
Ernst Casimir van Nassau is geschreven de compagnieën van de kolonels Haulterives,
Harwod en
Diden zo
spoedig
mogelijk te verdelen. Samen met burgers en boeren
dienen zij de
Nederbetuwe tussen Ravenswaaij en
de
buitenste dammen te
bezetten.
18/08/1629, 25
1
Deze resolutie is door een klerk
ingeschreven in S.G. 54 en gedeeltelijk afgedrukt in
Aitzema, S. & O. kwarto II,
856-857/folio I, 871.