18 - 08 - 1629
1Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Ontvangen is een brief van commandant
Duyck d.d. Wijk bij Duurstede 7/17 aug., met daarnaast een lijst
van benodigdheden ter verdediging van die stad.
HHM zullen deze lijst aan de RvS ter hand stellen, om hierop naar behoren te beschikken.
2
Terestein en
Herbrits zijn uit
Woerden teruggekeerd. Ze rapporteren dat ze de
zaken
aldaar in orde hebben bevonden.
3
Ontvangen is een brief van het stadsbestuur van
Amsterdam d.d. aldaar 17 augustus.
Er wordt geen resolutie genomen.
4
Ontvangen is een brief van de magistraat van
Deventer d.d. aldaar 4 aug., met informatie over de brief van HHM
d.d. 7 aug. betreffende de aanhouding van het kruit alsmede het
ophouden van drie compagnieën voor
Zutphen
bestemde soldaten, waartoe zij opdracht hadden.
HHM zullen de magistraat schrijven dat het aangenaam was te vernemen dat de zaken heel anders lagen dan eerder was aangegeven.
5
Ontvangen is een brief met berichten van
Oetges, oud-burgemeester van Amsterdam d.d. Muiden 17/7
augustus.
Er wordt geen resolutie genomen.
6
Ontvangen is een brief van de
Staten van Holland
d.d. 's-Gravenhage 17 augustus. Zij hebben de heren
Pompeus de Rovre, raad en vroedschap van Dordrecht, mr.
Jacob van
Brouchoven, burgemeester van Leiden, mr.
Dirck
Bas, oud-burgemeester van Amsterdam en
Nanningh
van
Foreest, secretaris van Alkmaar, genomineerd om naar het
leger
voor 's-
Hertogenbosch te gaan om Z.Exc. van de
huidige
moeilijke omstandigheden waarin het land zich bevindt, op de hoogte
te
stellen.
Voor deze heren zal commissie in de vereiste vorm worden gedepêcheerd.
7
Ontvangen is een brief d.d. Klundert 17 aug. van de
heer van Vilers, commandant te Willemstad. De brief
betreft het samenkomen van de vijand
nabij
Breda.
Er wordt geen resolutie genomen.
8
Ontvangen is een brief van het stadsbestuur van
Elburg d.d. aldaar 7/17 aug., met een verzoek om assistentie van
een compagnie soldaten bovenop het volk dat al in de stad is.
HHM zullen een compagnie naar Elburg zenden.
9
Ontvangen is een brief van het stadsbestuur van
Harderwijk d.d. aldaar 7/17 aug., met een kopie van de brief van graaf
Hendrik van den Bergh. Een
belegering dreigt,
omdat de voorhoede van de vijand de stad tot op een uur genaderd
is.
Gevraagd wordt om meer garnizoen.
HHM zullen uit het garnizoen te
Utrecht twee compagnieën soldaten lichten en deze naar Harderwijk
sturen. Ook zal
Golstein worden
ontboden en
gemaand
naar Harderwijk te vertrekken.
10
Golstein, ter vergadering gecompareerd, wordt commissie gegeven om te
Harderwijk het commando te voeren. Hij heeft
daarop
afscheid genomen. HHM wensen hem geluk op zijn reis en zeggen
toe
hem te
zullen bijstaan.
11
Ontvangen is een brief van kolonel
Morgan d.d. Naarden 17 aug. en daarnaast de originele aan hem
gerichte brief van het stadsbestuur van
Harderwijk,
alsmede een kopie van de brief van graaf
Hendrik van den
Bergh aan die van Harderwijk.
Er wordt geen resolutie genomen.
12
Van
Morgan is nog een brief ontvangen d.d. Naarden 17 augustus. Hij
schrijft
dat zijn sergeant-majoor geschikt is om als
commandant te
Harderwijk te worden ingezet.
HHM zullen kolonel Morgan terugschrijven dat voor de ontvangst van diens brief
Golstein het genoemde commando al had aangenomen. Voor de majoor zal
voor het commando te
Elburg commissie worden gedepêcheerd.
13
Ontvangen is een brief met berichten van
Z.Exc., geschreven voor 's-Hertogenbosch d.d. 17 augustus.
Deze wordt niet besproken.
14
Tot de verpachting van een kwart van de konvooien en licenten die op 20 aug. zal plaatsvinden, worden de
Staten van Holland
of in hun afwezigheid, de
Gecommitteerde Raden in het Zuiderkwartier
gecommitteerd.
15
Op sterk aandringen van
Ter Cuijlen besluiten HHM aan het stadsbestuur van
Amsterdam te schrijven een compagnie soldaten naar
Kampen te sturen.
16
HHM zullen door middel van aangeslagen biljetten verbieden voortaan schepen of schuiten aan de oostzijde van de
Vecht vanaf de
Vaartse
Rijn tot aan
de
Hinderdam te leggen, op straffe van
verbeurdverklaring.
17
HHM lezen het verzoek van
Symon Groffils, afkomstig uit de landen van
Luxemburg,
die te
Geertruidenberg gevangenzit. Zijn verzoek wordt
ondersteund door een brief van
Z.Exc.
d.d. 17 aug.,
om te worden inbegrepen bij de uitwisseling van gevangenen waartoe
op 16 juni 1629 is besloten en
waarin hij met name wordt genoemd.
HHM zullen commandant
Steven Coop schrijven de gevangene meteen na ontvangst van de brief
vrij te laten.
18
Ontvangen is een antwoord van kolonel
Hauterives, geschreven uit het kwartier te Wiel nabij Amerongen d.d.
17 aug. op het schrijven van HHM van 16 augustus. Hij excuseert
zich
voor de
bezetting tussen
Wijk bij Duurstede en de
Vaartse Rijn.
Hij
suggereert daarvoor
kolonel
Harwodt en
Dyden in te
zetten, die met de helft meer volk, veel minder plaatsen te
bezetten hebben.
HHM zullen schrijven aan graaf
Ernst Casimir van Nassau zo spoedig mogelijk het volk te verdelen over de troepen
van de kolonels Hauterives,
Harwodt en Dyden. Hiermee moet de
Nederbetuwe worden bezet tussen
Ravenswaaij en de buitenste
dammen [in de
Lek]. Ook dient de graaf bekend te
maken dat de
compagnie
van
kapitein
Termoullen met patent van
Z.Exc. vanuit
Nijmegen hierheen komt en na een oponthoud van
twee dagen in de
Betuwe, garnizoen zal kunnen
houden
in
Utrecht.
19
HHM zullen schrijven aan graaf
Ernst Casimir van Nassau twee compagnieën haakbusschutters hierheen te laten komen
om
de
vijand te schaden en op verkenning te gaan. HHM zullen de
graaf tevens verzoeken hun een nauwkeurige staat van alle
ingekwartierde compagnieën in de steden op de
Veluwe, in de
Betuwe en aan de
IJssel toe te
zenden. Tegelijkertijd zullen HHM het vertrek van hier van
ritmeester
Chaise excuseren. Ze kunnen dit
niet
goedvinden.
20
Bij plakkaat zal de handel met de ingezetenen van
Amersfoort worden verboden. Overtreders van dit verbod die achterhaald
worden gelden als goede buit en de goederen die ze bij
zich hebben, worden verbeurd verklaard.
21
Naar aanleiding van de mededeling van de
graaf van Culenborch besluiten HHM kapitein
Ter
Moullen met de
compagnie onder zijn bevel voorlopig te laten blijven waar deze is
en
te laten waken over de avenues in het graafschap
Culemborg
met het oog op de overkomst van de vijand in de
Betuwe. Van dezelfde compagnie zullen zestig
koppen
onder een sergeant in het graafschap
Buren
gehouden
worden om daar om dezelfde reden de wacht te houden.
22
HHM zullen Z.Exc. in kennis stellen van de belangrijkste resoluties van HHM over het behoud van de staat van deze landen.
23
Ingenieur
Dubois wordt gelast zich in plaats van ingenieur
Van
Thijen naar
Harderwijk te begeven.
Laatstgenoemde
zal hier blijven in dienst van het land. Dubois heeft van agent
Verburch een kwitantie van 100
gld.
ontvangen.
24 2
HHM overleggen hoe de
Betuwe tussen
Wijk bij Duurstede en de
buitenste dammen het best verdedigd kan
worden, hoe
men
Klundert en
Roodevaart bij
Willemstad tegen een vijandelijke invasie kan
beschermen, alsmede welk middel men ter hand zal nemen om de
vijand in deze kwartieren te schaden.
HHM besluiten ten eerste uit de graafschappen
Buren en
Culemborg en de heerlijkheid
Vianen de derde man uit elke stad en de vierde man
van
de opgezetenen van het platteland - ouder dan twintig en jonger
dan zestig - op te roepen om
hun districten dag en nacht met goede orders en wapenen te
verdedigen en te waken over de passages waarlangs de vijand de
Betuwe
zou kunnen binnenvallen. Op gelijke wijze zal de derde en vierde
man uit de
steden
Leerdam,
Heukelum,
Asperen,
IJsselstein,
Beesd en
Rhenoy worden
opgeroepen. Ze dienen zich bewapend met een musket of vuurroer en
voorzien van een spade
of schop en met levensmiddelen voor de tijd van zes dagen in
Ravenswaaij te vervoegen, alwaar ze van kolonel
Haulterives over hun werkzaamheden
en wacht
orders
zullen ontvangen. Ook zullen HHM schrijven aan graaf
Ernst
Casimir
van Nassau de compagnieën van kolonel Haulterives,
Harwodt en
Diden zo snel
mogelijk te verdelen. Naast de
burgers en boeren dienen ze de
Nederbetuwe tussen
Ravenswaaij en de buitenste dammen te bezetten.
Ten tweede besluiten HHM te schrijven aan de
Staten van Zeeland
om in allerijl naar Klundert en de Roodevaart de vierhonderdtachtig bootsgezellen te laten afzakken die door de bewindhebbers van de
WIC
zijn aangenomen en deze te versterken met zoveel matrozen als zij weten te krijgen.
Ten derde zal worden geschreven aan graaf Ernst Casimir om in dienst van het land twee compagnieën ruiters met haakbussen hierheen [Utrecht] te sturen. De gedeputeerden van
Holland hebben uit hun midden
Meerman en
Herbrits gecommitteerd om de
Staten
van
Holland
ertoe te bewegen de derde man uit te zenden,
zowel
uit de steden als van het platteland en deze tezamen welbewapend
naar
Utrecht te laten komen. Andere provincies
wordt verzocht het voorbeeld van Holland te volgen in deze
moeilijke tijden.
25 3
Raadsheren
Diderick van Bemmel en burggraaf
Bernard van
Welderen hebben uit kracht van
hun
geloofsbrieven van het
Hof van
Gelderland
d.d. 6/16 augustus. HHM voorgesteld om na
de
overgang van
Amersfoort, over
Wijk
bij Duurstede gunstig te beschikken en de stad
met
oorlogsvolk te bezetten om deze te bewaren voor een bestorming. Ook
verzoeken ze om enkele retranchementen of een
verschansing
van boven de dijk van
Amerongen en dat in een
formaat als HHM raadzaam achten. Ze oordelen het zelf hoognodig om
in
elk
geval een retranchement te maken bij het veer aan de
Betuwse zijde tegenover de stad Wijk bij
Duurstede, om
naar gelang de situatie dat vereist de zijde van de stad grenzend
aan
het
water te kunnen verdedigen met kanonnen en
musketten.
Ten tweede verzoeken de supplianten HHM om de
Rijn aan de Betuwse zijde vanaf Wijk bij Duurstede naar beneden
tot aan de
Vaartse
Rijn of
Vianen
met
krijgsvolk te bezetten, of tenminste de belangrijkste avenues en
de
plaatsen waar de vijand met weinig moeite zijn sloepen te water
kan laten en snel volk kan overzetten.
Ten derde klagen de supplianten dat alle troepen te
Arnhem onder het commando van graaf
Ernst
Casimir van
Nassau zijn verdeeld, ten behoeve van de bezetting van de
grenssteden op de
IJssel tussen
Doesburg en
Zwolle, de
steden
Wageningen,
Rhenen,
alsmede de
Waal stroomopwaarts tussen de dwarsdijk en
Schenkenschans
['s-Gravenwaard] en vandaar
de Rijn stroomafwaarts
tot Wijk bij Duurstede. Ze laten het ter discretie van HHM of
vanaf die zijde of uit de troepen geen koppen kunnen
worden gelicht.
HHM verklaren ten eerste bericht te hebben ontvangen dat enkele compagnieën soldaten al binnen deze stad zijn gebracht, dat er om de stad enkele werken zijn gemaakt, dat er veertig gardes naar de dijk waren gebracht om deze door te steken, maar dat ze gelukkig commandant
Duijck konden opdragen een travers op de dijk aan te
leggen.
Ten tweede verklaren HHM dat uit de graafschappen
Buren,
Culemborg en de heerlijkheid
Vianen de derde man uit de
stad en de vierde man van de opgezetenen van het platteland van de
graafschappen en de heerlijkheid worden opgeroepen, ouder dan
twintig en jonger dan zestig.
Ze moeten hun districten overdag en 's nachts met goede orders
en goed bewapend beschermen en waken over de passages waarlangs de
vijand
de Betuwe zou kunnen binnenvallen. Ook roepen HHM de derde en
vierde man onder
dezelfde voorwaarden op uit de steden
Leerdam,
Heukelum,
Asperen,
IJsselstein,
Beesd en
Rhenoy. Ze dienen zich bewapend met een musket en
vuurroer en
voorzien van een spade of een schop en levensmiddelen voor een tijd
van
zes dagen te vervoegen in
Ravenswaaij, alwaar ze
van
kolonel
Haulterives orders over
hun wacht en
werkzaamheden zullen ontvangen.
Ten derde verklaren HHM dat aan graaf
Ernst Casimir van Nassau is geschreven de compagnieën van de kolonels Haulterives,
Harwod en
Diden zo
spoedig
mogelijk te verdelen. Samen met burgers en boeren
dienen zij de
Nederbetuwe tussen Ravenswaaij en
de
buitenste dammen te
bezetten.
26 4
Ter versterking van het garnizoen van
Harderwijk besluiten HHM uit het garnizoen alhier kapitein
De
Vries met een compagnie te lichten en
deze naar
Harderwijk te zenden. Met dat doel wordt voor hem patent in de
vereiste vorm gedepêcheerd. Het stadsbestuur van
Amsterdam wordt verzocht daarheen ook een
compagnie te
zenden.
27 5
Ontvangen is een brief met berichten van
Joachimi d.d. Londen 5 augustus.
Er wordt geen resolutie genomen.
28 6
Ontvangen is een brief van graaf
Ernst Casimir van Nassau en de gedeputeerden van HHM te
Arnhem d.d.
Arnhem 7/17 aug. met enkele bijlagen met berichten.
Er wordt geen resolutie genomen.
29 7
Op het voorstel van
Hertevelt besluiten HHM de RvS te verzoeken en te machtigen navraag
te doen wie de slaken in de sluis bij de
uiterwaarden gesloten heeft. Daarna zal pas
besloten
worden.
Post prandium
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
30 9
Ontvangen is een brief van
Z.Exc. geschreven vanuit het leger voor 's-Hertogenbosch d.d. 16
augustus. Hij schrijft dat de voltooiing, bemanning en bewaking
van
het
nieuwe retranchement vanaf de
Vaartse Rijn
tot aan
de
Hinderdam zo goed mogelijk en met de minste
problemen
moet worden afgemaakt en in gebruik genomen. Voorgesteld wordt
Brederode,
Hauthain en kolonel
Morgan eenmaal
samen
te laten komen en aan elk van hen een van de districten van het
genoemde
retranchement toe te wijzen. Hauthain wordt het opzicht over het
gedeelte vanaf
Wijk bij
Duurstede
voorbij de Vaartse Rijn tot aan
Utrecht
toegewezen, Brederode behalve het commando over Utrecht, ook een
gedeelte
van
het retranchement richting Hinderdam en kolonel Morgan de rest
tot
aan de Hinderdam, met uitzondering van de stad
Naarden. Ook krijgt elk van hen een compagnie
waarmee
zij hun
districten kunnen verdedigen.
Dit wordt in aanwezigheid van de
RvS
, Brederode en Hauthain besproken, waarna HHM besluiten dat de RvS enkele personen uit zijn vergadering moet committeren om de situatie van Wijk bij Duurstede tot voorbij de Vaartse Rijn in ogenschouw te nemen. Ze machtigen de RvS om zonder enige ruggespraak de grienden en rijswaarden aan weerszijden van de
Lek (die de vijand bij een doorbraak beschutting zouden bieden en
de verdediging daartegen zouden bemoeilijken) te kappen. De RvS
moet
ook
enkele
personen uit zijn midden committeren om het nieuwe retranchement te
visiteren strekkend vanaf de Vaartse Rijn tot aan de Hinderdam.
Indien
dat lager wordt bevonden dan zeven á acht voet hoog en
aan de kruin zes
voet breed
en het niet direct aan het water ligt, dan mogen de
gecommitteerden zonder enige ruggespraak het
retranchement aanbesteden en al het geboomte en andere obstakels
doen
ruimen. Daarna zal over de bezetting van de kwartieren en het
aantal compagnieën worden besloten.