11
Ter vergadering wordt een aan de
Staten van
Utrecht
gerichte brief uit naam van de oude en de nieuwe magistraat alsmede de burgerij van
Amersfoort d.d. 14 aug. o.s., geopend en gelezen. Keizerlijk volk dat
de
stad
in naam van de
koning van Spanje
had
overmeesterd,
is daaruit vertrokken zonder achterlating van een garnizoen. De
supplianten
verzoeken HHM wat volk naar Amersfoort te zenden, ter verdediging
tegen
nieuwe vijandelijke aanvallen. Verder begrijpen HHM uit het rapport
van
de burger van Amersfoort die deze brief heeft overgebracht, dat de
vijand het Huis
Ter Eem ook heeft verlaten.
Na hierover het advies van de RvS te hebben ingewonnen, besluiten HHM dadelijk een geheel Zweeds regiment van
Claes Diderick Starck van elfhonderd man te zenden ter bezetting van Amersfoort en
het Huis
Ter Eem. Ze moeten bij provisie worden voorzien van oorlogsmunitie
en
lonten. Voor overste
Erart
Erentruiter moet
commissie in de verschuldigde vorm worden gedepĂȘcheerd om op
de
genoemde plaatsen het garnizoen te commanderen.
Bovendien
wordt hij door middel van een aparte akte speciaal gelast en
gemachtigd op alles toe te zien en een lijst van benodigdheden
op
te
sturen. Ook dient hij de personen van de nieuwe magistraat die door
de vijand
zijn aangesteld te overmeesteren, voormalig burgemeester
Herdevelt gevangen te nemen, en
allen hierheen
te
brengen. De Staten van Utrecht
hebben
Berck gemachtigd om enkele
dagen
toezicht te houden, totdat HHM een schriftelijk antwoord van
Z.Exc.
hebben ontvangen
op
hun kennisgeving hierover. Aan
stadhouder graaf
Ernst Casimir van
Nassau en de
gedeputeerden van HHM te
Arnhem zal het
voorgaande bekend worden
gemaakt,
alsmede dat de vijand geruchten verspreid
Wezel te
willen belegeren. Z.Exc. wordt daarom in overweging gegeven iets op
de brug over de
IJssel te ondernemen. Verder wordt geordonneerd
dat
agent
Verburch 25 pond als gift
aan de genoemde
poorter moet betalen en 35 pond aan een sergeant die het
mondelinge
bericht over het verlaten van Amersfoort verleden nacht heeft
overgebracht.