3
Ter vergadering compareert
Berck die uit
Amersfoort is teruggekeerd. Hij
rapporteert dat de ingezetenen aldaar zeer ontevreden zijn over de
bezetting van de
Eem en de excessen van de
soldaten
van het Huis
Ter Eem ten aanzien van de schepen
die
deze rivier op en af varen. Ten tweede deelt hij mee dat de majoor
van
het garnizoen te Amersfoort ene
Westrene, een
aldaar geboren paap heeft gevangengenomen. Hij houdt staande dat
de
paap van goede
prijs is
aangezien hij zich na de reductie conform de plakkaten van HHM
niet heeft aangegeven. Ten derde laat hij weten in kracht
van de
commissie van de
Staten van
Utrecht
de
nieuwe
magistraat te hebben beëdigd en in dienst te hebben gesteld. Ten
vierde
meldt
hij dat deze magistraat een ordonnantie heeft gemaakt, inhoudend
dat
alle uitgeweken en gevluchte personen die zich met hun familie
ergens
hebben gevestigd, binnen een bepaalde tijd naar Amersfoort moeten
terugkeren op straffe van confiscatie van hun goederen.
Berck wordt bedankt. Een besluit wordt opgeschort.