28/11/1629, 8

 
English | Nederlands

28/11/1629, 8

8 Beaumont meldt dat Camerarius, ambassadeur van de koning van Zweden, zich bij Z.Exc. heeft beklaagd over het feit dat HHM zijn in hun vergadering gedane voorstel d.d. 20 april nog niet hebben beantwoord, ondanks zijn daarop gevolgde inspanningen om een nieuw verbond te sluiten tussen de koning van Zweden en de Republiek met als doel ter afleiding een groot leger het Duitse Rijk in te sturen en om tegelijk de vorige alliantie, die eind april was afgelopen, te vernieuwen.
HHM besluiten de koning van Zweden een brief te schrijven waarin zij zich verontschuldigen voor het uitstel. In duidelijke, maar gematigde termen zullen HHM hun ongenoegen uiten over de ondragelijke tollen die de koning van Zweden heft op de schepen en goederen die vanuit de Republiek naar Danzig [Gdansk] gaan, wat in strijd is met het eerdere verdrag.