4
Aangezien de raden
van de
keurvorst van Brandenburg na de missive
van
HHM d.d. 1 dec. 1629 de predikanten en andere kerkdienaars in
de
genoemde steden niet de nodige middelen hebben verschaft om in hun
onderhoud te voorzien, verzoeken de gedeputeerden van de
gereformeerde gemeente te
Emmerik
[Emmerich] en
Rees HHM dit alsnog te laten gebeuren uit het
totaal der inkomsten van de geestelijkheid. Hierbij zou de
sterke arm van de commandanten van het garnizoen van beide steden
moeten worden ingeschakeld.
HHM besluiten de supplianten hun verzoek opnieuw aan de raden te laten richten, erop vertrouwend dat deze welwillend zijn om de supplianten op de een of andere wijze tevreden te stellen.