22
HHM resumeren het appointement op de brief d.d. 3 jan. van
Gerridt van den Berch, ruiter onder de compagnie van de
heer van Brederode. Hierin verzoekt hij om een
traktement waarvan
hij goed zou kunnen
leven. Dit zou gelden als vergoeding voor de zware kwetsuren die
hij
heeft opgelopen tijdens het passeren van de vijand van de
IJssel op de
Veluwe.
HHM stellen de suppliant voor een mortepaye aan bij de compagnie van kapitein
Copier van Culenborch, staand op de repartitie van de
provincie
Utrecht
. De kapitein zal
schriftelijk worden gelast een soldaat van zijn compagnie
af te danken om deze mortepaye op te kunnen brengen.