12
Rantwijck en andere gedeputeerden van HHM rapporteren conform de
resolutie van 2 mei in bespreking te zijn geweest met
ambassadeur
Vane. Ze wilden hem
nadere
opheldering vragen over de propositie die door
hem
op 30 april is gedaan over het horen van de Engelse getuigen in de
zaak
Amboina
[Ambon]. Ze hebben echter
niets kunnen
uitrichten. De ambassadeur liet weten een antwoord van HHM te
willen op de propositie, waarna ze uit elkaar zijn gegaan.
Rantwijck meldt dat resident
Carlaton hem heeft opgezocht en hem heeft laten weten dat hij
op persoonlijke titel en buiten medeweten
van de ambassadeur (zoals hij zei) HHM om de volgende verklaring
verzocht op het
tweede
punt van de propositie: "dat zij totaal niet van oordeel
zijn dat de getuigen gezonden zijn om de zaak Amboina aan hun
rechtspraak te onderwerpen, dat ze de status quo van voorheen
zullen
handhaven, dat ze erin berusten dat de koning dit recht en
gezag
toekomt op grond van het traktaat uit 1619 samen met
het protest. Sprekend hierover zullen ze in niets toestemmen dat
de partijen kan benadelen, alles zal in dezelfde staat blijven als
voorheen.
Men zal zich niet uitspreken op de een of andere
wijze
over deze bevoegdheid en ze zullen de koning genoegdoening geven
op
zijn verzoek. Ten tweede dienen ze te verklaren te zullen beginnen
met
het
onderzoek naar de verhoren van de Engelse Admiraliteit en alle
dingen die daarin zijn uitgedrukt, en dat in het bijzijn van de
ambassadeur in verband met de taal en voor het geval andere zaken
zich
voordoen. Ze bieden zich aan om later gehoord te worden,
hopen
dat
de koning niets achterhoudt dat kan bijdragen aan de onthulling van
de waarheid, wat hen vaak is verklaard door zijn
ministers, ten derde zal een beetje consideratie van de Heren
Staten
bijdragen aan de beƫindiging van deze vervelende zaak".
Rantwijck verklaart verder
dat
de resident hem vandaag heeft opgezocht en heeft gezegd dat
indien HHM
niet instemmen met de
door hem voorgestelde verklaring, zij
zouden kunnen besluiten dat tegen het
door de gedelegeerde rechters gewezen vonnis in de zaak van
Amboina
de Engelse getuigen in hoger beroep mogen gaan ten
overstaan van neutrale
personen, bestaande uit enkele Engelsen en voor het merendeel uit
heren van deze provincies.
HHM verzoeken hun gedeputeerden voor een tweede maal besprekingen met de ambassadeur te voeren. Ze moeten hem vragen of hij het laatste voorstel van resident Carlaton waarvan eerder is verhaald, onderschrijft. Zo ja, dan zullen de gedeputeerden verklaren dat HHM inzake de procesvoering rond Amboina toestaan het vonnis in deze zaak opnieuw te behandelen in een hoger beroep ten overstaan van enkele neutrale en onpartijdige heren. Het vonnis zal zonder voorafgaande communicatie bekend wordt gemaakt aan de ambassadeur.