22/01/1628

 
English | Nederlands

22 - 01 - 1628

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Aangezien Joost Brasser geen geld meer heeft van de koning van Denemarken, laten HHM ontvanger-generaal Doublet tegen kwitantie 5.000 gld. voor de prins betalen aan resident Vosbergen of diens substituut.

2 Gerart van Berckel en Joos van der Hooch hebben 1.971 gld. 14 st. gedeclareerd vanwege hun reis- en teerkosten tijdens de bespreking over de gevangenenruil van 6 feb. 1627 tot heden in Roosendaal.
HHM laten de RvS hierover beslissen, maar passeren de 144 gld. die volgens de memorie is betaald aan schrijfwerk. Wat de gevraagde vacaties betreft moeten zij hun dienstdagen opgeven zodat HHM daarop kunnen besluiten.

3 Anthoni van Mal, oud-burgemeester van Zevenbergen, wil vrij Noordse waren naar Zevenbergen brengen. De ingezetenen van het Land van Zevenbergen en op het platteland hebben de goederen nodig ter reparatie van hun huizen. Van Mal stelt voldoende borg dat de goederen niet naar vijandelijke plaatsen worden vervoerd.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.

4 De RvS zal adviseren over het verzoek van Severijns, ontvanger te Grave, om vrij transport van goederen naar Ravenstein.

5 Resident Van der Veecken wil paspoorten voor de vrijheer van Wonsheim, stadhouder van Palts-Neuburg; Johan Raitz von Frentz, kanselier; Frans, vrijheer van Spiringen, Gulikse maarschalk; Henrich Walraven Gijpenbush vice-kanselier; Arnolt Altenhoven en Frantz Voet, respectievelijk doctor en licentiaat in rechten, waarmee zij gedurende een half jaar vrij en ongehinderd door soldaten met een secretaris naar Thiene mogen reizen. Daar houden zij met die van Brabant een conferentie over hun uitdagingen.
HHM stemmen in met het verzoek.

6 Thielman Cannaerts verzoekt bijstand met 500 of 600 gld.
HHM laten de RvS hierover beslissen.

7 De RvS adviseert over het verzoek van maarschalk De Châtillon d.d. 29 dec. 1627 betaling te ontvangen van zijn traktement als ritmeester. De Raad vindt dit in strijd met de resolutie over de absentie van officieren, zodat het verzoek moet worden afgewezen.
HHM zijn het hiermee eens.

8 HHM krijgen bericht van de mening van Z.Exc. over de gisteren ontvangen brief van Ernst Casimir en de invulling van het verbod op toevoer naar Oost-Friesland. Volgens hem moet men onderscheid maken tussen goederen die over zee komen of over land uit het bisdom Münster en andere neutrale plaatsen en vervolgens op de Eems gebracht of overgescheept worden. De goederen over zee uit deze of andere landen moet men tegenhouden, maar dit moet niet bij plakkaat verboden worden. De scheepskapiteins op de Eems moeten opdracht krijgen goederen bestemd voor Oost-Friesland en niet voor Emden terug te sturen. Schepen die toch trachten te passeren, moeten zij tot nader order tegenhouden.
De goederen die eerst over land gaan en vervolgens overgescheept of langs de Eems afgevoerd worden, kan men zonder inbreuk op de neutraliteit niet tegenhouden; dit moet dus wel worden toegestaan. Keizerlijke aanhangers die per pont voorbij het fort Leerort varen kan men echter niet toelaten.
HHM nemen het advies van Z.Exc. over. Zij zullen het aan Ernst Casimir sturen met het verzoek de gedeputeerden in Emden ervan op de hoogte te brengen. Daarnaast voegen zij eraan toe dat schepen richting Leerort gekonvooieerd moeten worden, opdat zij onderweg geen goederen lossen.

9 HHM lezen het rekest van Johan Angelius Werdenhage, Maagdenburgse resident en hofraad. Hij verzoekt de 16.850 rijksdaalder, die de administrator van Maagdenburg van HHM eist, niet te geven aan Simon van der Does, aangezien resident Aissema het bedrag in Hamburg niet heeft uitbetaald aan de administrator van Maagdenburg.
HHM schrijven resident Aissema nogmaals hun snel te berichten over deze kwestie. Aangezien hij of Lenert van Sorgen het geld nog bezitten, moet hij dit vasthouden. In geval van nood kan hij het in mindering brengen op de 50.000 gld. die hij volgens de resolutie van 15 jan. mag lenen.

10 Nobel en Ter Cuilen berichten dat Moerbeeck bereid is naar Spanje te gaan om daar de vrijlating van de gevangenen te bevorderen. Hij zal deze op zijn kosten hier brengen als hij met een schip naar Spanje mag gaan en enkele goederen meenemen.
HHM nemen het voorstel in beraad.

11 Kapitein Douglas verzoekt betaling voor de nieuwe musketten die hij heeft uitgevonden, conform de resolutie van 2 maart 1627.
HHM laten de RvS hierover beslissen.

12 HHM ontvangen een brief van Detloff en Anthoni van Boockwolt d.d. Hamburg 22 dec. 1627. Deze bevat een kopie van een brief die zij hebben ontvangen van de Deense koning d.d. Dalum 8 nov. 1627, waarin Z.M. vraagt het verschenen geld van het subsidie van HHM te gebruiken voor bekostiging van het krijgsvolk dat in zijn dienst bij de Elbe is gelegerd. Zij verzoeken HHM daarom het geld naar Hamburg over te maken. Ook dienen HHM Joost Brasser opdracht te geven driekwart van de 90.000 gld., die hij volgens het contract van 27 nov. 1627 met resident Vosbergen aan de koning zou overmaken op Hamburg of elders, eveneens naar Hamburg over te maken. HHM hebben dit contract immers op 3 dec. 1627 goedgekeurd.
HHM zullen hierop letten wanneer er over het overmaken van het geld wordt vergaderd. Zij spreken af met Brasser het resterende bedrag van de 90.000 gld. naar Hamburg over te maken.