20/09/1628

 
English | Nederlands

20 - 09 - 1628

1

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 De president bericht de brief van commandant Diden aangaande de in Emmerik [Emmerich] aangehouden keizerlijke en (keur)vorstelijke commissarissen en hun schrijven aan HHM met Z.Exc. te hebben besproken. Deze meent dat de commissarissen kunnen worden vrijgelaten.
Voordat HHM hierover besluiten, vragen zij advies aan de RvS. Derhalve zeggen zij de naar boven ontboden secretaris Huijgens dat het advies kan worden gegeven.

2 HHM zullen de vanaf zijn schip voor Duinkerke op 15 sept. geschreven brief van luitenant-admiraal Dorp over de toestand van zijn schepen en andere zaken bespreken met Z.Exc.

3 De afgevaardigden tot de verbetering van de Rijn en IJssel blijven vragen om een bedrag van tenminste 12.000 gld. waarvan zij conform de resolutie van 18 sept. het gat in de lange krib langs het Kleefse Spui kunnen dichten.
HHM laten de RvS pogen dit bedrag door de ontvanger-generaal te doen betalen.

4 De Admiraliteit te Rotterdam stuurt d.d. 19 sept. een kopie van een in Oostende geschreven brief waarin kapitein Suijrbier verhaalt hoe hij door de vijand is veroverd.
HHM stellen de bespreking hiervan uit.

5 De Admiraliteit te Rotterdam bericht over twee plunderende soldaten. Uit bijgevoegde brieven blijken deze voor de tweede keer in Hasselt te zijn gearresteerd. Het College verzoekt als voorbeeld voor anderen tegen hen op te treden.
HHM sturen de brief met aangehechte stukken naar de RvS opdat hij de gevangenen passend kan berechten.

6 Kelffken, Bruningh en Veltdriel adviseren over het onderzoek naar de stukken in de zaak van Willem Worgmans en Ambrosius Faes, burgers van Geldern, tegen Hubrecht van Wegberch c.s., ruiters.
Naar aanleiding van dit advies bepalen HHM dat Worgmans en Faes vallen onder het contract van de onlangs te Roosendaal overeengekomen gevangenenruil. Zij moeten worden vrijgelaten zonder rantsoen te hoeven betalen.

7 Johannes Renneman, raad en advocaat-fiscaal van de Admiraliteit in Friesland, verzoekt het huis waarin de overleden equipagemeester Pieter Timansz. heeft gewoond, voor een redelijke huur te mogen gebruiken. Het huis is in bezit van het land.
HHM machtigen de Admiraliteit om op dit verzoek te beschikken. Zij mogen de suppliant het huis laten bewonen voor een door hen billijk geachte huurprijs.

8 In een rekest maakt Govert Govertsz. Boormaecker uit Rotterdam aanspraak op de door de borgen van kapitein Gerrit Willemsz. [van Nieucoop] 2 aan de Admiraliteit te Rotterdam als waarborg gestelde 10.000 gld.
Eck, Van Beaumont, Veltdriel en Marienburch moeten de retroacta hierover nakijken en erover berichten. Als HHM hun rapport hebben gehoord, et cetera.

9 Resident Johannes Schultetus toont een bemiddelend schrijven van de koning van Denemarken d.d. 21 juni. Conform deze brief beveelt Schultetus ernstig de voor het Hof van Holland lopende zaak aan van Johan Braem tegen de Bewindhebbers van de Groenlandse Compagnie . Hij verzoekt te regelen dat er recht wordt gedaan.
HHM sturen de brief van Z.M. aan het Hof en verzoeken deze zaak te behandelen.

10 De grootschipper Pieter Cornelissen Borgoignen, burger en inwoner van Medemblik, meldt dat zijn uit Denemarken komende schip door een kapitein van de Deense koning is veroverd en naar Kopenhagen gebracht. Borgoignen verzoekt daarom voorschrijven aan deze koning opdat hij zijn schip mag terugkrijgen.
HHM stemmen in met dit verzoek.

11 President Eijsinga, Eck en Roda moeten Jan Rijckaert nader horen over zijn uitvinding om onvruchtbaar, dor hoogland met minimale kosten en arbeid vruchtbaar te maken, waarvoor Ryckaert octrooi aanvraagt. Zij moeten HHM daarover berichten.

12 Georgius Clarkius, predikant uit Schotland, vraagt om instemming van de classis Tholen inzake zijn geschil met de Engelse kerken in de Republiek.
HHM gelasten de suppliant de akten van de genoemde uitspraak of de verklaring van de classis Tholen te tonen, mitsgaders het daarop verleende consent van de Engelse kerk.

13 De declaratie van de door Bruningh, Schaffer en Schotte gemaakte onkosten tijdens hun bezichtiging van de werken langs en in de buurt van 's- Gravenwaard en IJsseloord bedraagt 663 gld. 3 st.
HHM laten ordonnantie depĂȘcheren van dit bedrag.

14 HHM geven het verzoek van de jongeman Michiel van Basselaer om te mogen wonen in Doel [Beveren] aan Beaumont. Deze moet vanuit Zeeland nader berichten over de staat van de suppliant.

1 Deze gehele resolutiedag is in S.G. 53 ingeschreven door een klerk.
2 De familienaam is weggelaten in S.G. 53 en 3187. Uit de resolutie van 1 nov. blijkt dat het gaat om scheepskapitein Gerrit Willemsz. van Nieucoop.