17 - 03 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Na resumptie van de goedgekeurde afdanking van de ruitercompagnie van de
landgraaf van Hessen is besloten die onmiddellijk door de RvS te doen
plaatsvinden.
2
Zowel het 2 maart ingeleverde rekest van de
Gedeputeerden van het Kwartier van Nijmegen
d.d. 2 maart als het daarover 9 maart opgestelde advies van de RvS zal door
Noortwyck,
Vosbergen,
Hertevelt
en
Schaffer nader worden
onderzocht.
Zowel het schrijven als de genomen informatie van kapitein
Frens d.d. Rees 10 maart over vijf door hem vanwege
lorrendraaierij
gearresteerde schippers zal door dezelfde heren worden
onderzocht.
3
Arnolt Jost, graaf van Bentheim, verzoekt d.d. Bentheim 27 feb. paspoort voor het halen uit
de Republiek en de Spaanse provincies van
hetgeen nodig is voor de hofhouding en -kleding van hemzelf en zijn
moeder. Ook verzoekt hij
zijn
dienaren in de Spaanse garnizoenen vrij te laten reizen.
De RvS moet adviseren.
4
De Engelse koopman
George Henleij verzoekt restitutie van een uit
Duinkerke
naar
Londen verzonden pakket tapisserie dat door
een
oorlogsschip van hier is afgenomen en opgestuurd naar
Middelburg.
De
Admiraliteit van Zeeland
moet reageren en adviseren.
51
Hofmeester
Mortaigne laat weten dat voor de
Perzische
ambassadeur twee kamers van tapijten voorzien moeten
worden.
De tapijten mogen gehuurd worden en het bedrag zal gekort worden op de huur van het huis van
Jan van Houten die verplicht is de tapijten te leveren.
6
De bedijkers van de
Mauritspolder bij
IJzendijke in
Vlaanderen verzoeken die van het
Vrije van
Sluis op te dragen de pointing en zetting over
de jaren
1621,
1622, 1623 en 1624 niet op te eisen, opdat geen sprake is van een
ongelijke behandeling ten opzichte van die van
Oranjepolder, die minder schade hebben geleden.
De RvS krijgt het rekest en moet, na de
Gecommitteerde Raden van de provincie Zeeland
te hebben gehoord, advies geven.
7
HHM schrijven op verzoek van
Jan Andries van Moerbeeck aan de keurvorstelijke regering van
Emmerik
[Emmerich]
ter beëindiging van het proces tegen kolonel
Walraven,
baron van Gent.
8
HHM schrijven ten behoeve van
Frederich thoe Schwarzenberg aan de
keurvorst van
Brandenburg om
justitie vanwege de vordering die zijn
vrouw heeft op de
Mark
Brandenburg.
9
De op 3 maart ontvangen brief van Aissema wordt besproken. Aangezien het regiment in dienst van de
Deense koning niet bestond uit de afgesproken drieduizend man, zal het nog
tot 22 maart n.s. door de Generaliteit worden betaald op de
contractsvoorwaarden om zo het tekort aan manschappen in tijd te
compenseren.
Aissema moet schriftelijke beloften vorderen en zal het geld te
Hamburg van
Brasser ontvangen.
Over
de plaats van de ontvangst van de te leveren bedragen na 22 maart
zal
nader gesproken worden als overeenstemming is bereikt over de
alliantie.
10
Aangezien de RvS in zijn Kamer de vonnissen heeft uitgesproken over de gevangenen uit
Bahia de Todos os Santos is de
griffier naar de ter
dood
veroordeelden gezonden om het besluit van HHM aan te kondigen.
Daarvan verslag doend, meldt hij dat de vier soldaten sprakeloos hun
dank hebben geuit door in eerbied op hun knieën te vallen.
11
HHM volgen het advies van de RvS van 14 maart en slaan het verzoek van
Hendrick ten Broeck om paspoort op
Brussel af.