Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
4 e. De EEG (Zie notulen m.r. 6 mei 1966, punt 6 I en REZ 16 mei 1966)
Biesheuvel doet verslag van de EEG-raad van landbouwministers.
De verdere discussie richt zich op het financiƫle landbouwreglement. De Nederlandse delegatie heeft de goedkeuring van dit reglement niet gekoppeld aan de uitbreiding van de bevoegdheden van het Europese parlement. Enkele Kamerleden hebben hun ongenoegen hierover geuit, omdat dit zou betekenen dat de EEG eigen middelen krijgt zonder dat de parlementaire controle wordt uitgebreid.
Den Uyl vraagt zich af of er wel een openbaar debat in de Kamer moet worden gevoerd over het financiƫle reglement. Dit zou niet goed zijn voor de Nederlandse positie in de EEG-raad. Samkalden meent dat de regering niet kan zeggen dat dit debat geen plaats kan vinden. Biesheuvel voegt hieraan toe dat het er niet naar uitziet dat er binnenkort sprake is van de uitbreiding van de bevoegdheden van het Europese parlement en dat het daarom juist is als er overleg met het eigen parlement plaatsvindt.