Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
4 b. Toetreding van Groot-Brittanniƫ tot de EEG (Zie notulen m.r. 15 december 1967, punt 4b)
De Kamer heeft de regering ruggensteun gegeven in zijn standpunt ten opzichte van de Britse toetredingskwestie. Verder wordt de Nederlandse strategie in de toetredingskwestie doorgesproken.
Polak begrijpt, zonder tot een lege-stoelpolitiek over te gaan, alle specifiek Franse verlangens zullen worden gedwarsboomd. Hij vraagt zich af of het daarnaast mogelijk is te komen tot een politiek overleg tussen de regeringshoofden van de lidstaten, het VK, Ierland en de Scandinavische landen, zonder Frankrijk erbij te betrekken. Luns acht dit een goede suggestie, hoewel hij van Franse zijde reeds heeft vernomen dat dit overleg niet toelaatbaar is. De Britse ambassadeur en de Scandinavische landen hebben reeds laten weten voor een dergelijk overleg te voelen.
Wel zijn voor het moment enkele Raadsvergaderingen in Brussel uitgesteld.