Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
3 c. De toetreding van Groot-Brittannië tot de EEG (Zie notulen r.m.r. 5 september 1968, punt 4 a)
Bespreking van de stand van zaken rond het Britse toetredingsverzoek.
De Koster deelt mee dat Luns een gesprek met de Belgische minister Harmel heeft gehad. Het blijkt dat alleen Frankrijk en Nederland nog een duidelijk standpunt over de Britse toetreding hebben geformuleerd. Minister Witteveen acht het nuttig als Luns een gesprek met minister Debré gaat voeren. Debré lijkt nog sterker gekant tegen Britse toetreding dan Couve de Murville.
Duitsland lijkt zich te richtten op het creëren van een compromis om de verstandhouding met zowel de VK als Frankrijk goed te houden.