Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
L00079
12-07-1960
Actoren
Brief
Samenvatting
Brief van Marijnen inzake de voorstellen van de EC voor een gemeenschappelijke landbouwpolitiek in de EEG

Nederland dient geen pessimistische, afwijzende standpunt in te nemen met betrekking tot de voorstellen van de EC. Nederland heeft alle belang bij de vrijmaking van het verkeer in landbouwproducten. In bepaalde partnerlanden bestaat echter grote tegenstand. Marijnen wijt deze onbevredigende ontwikkeling aan de positie welke de landbouw in het EEG-verdrag inneemt, die niet automatisch leidt tot een gemeenschappelijk landbouwbeleid. De voorstellen van de EC willen juist de mogelijkheid scheppen om dit proces op gang te brengen. Gevreesd moet worden dat wanneer de aanloop tot een gemeenschappelijk landbouwbeleid nog lang op zich laat wachten, de landbouw uiteindelijk geheel buiten het integratieproces komt te staan. Marijnen stelt voor de volgende stellingen ter tafel te brengen:
a.) Er moet gestreefd worden naar een EEG-landbouwpolitiek, die het prijsniveau voor landbouwproducten laag houdt;
b.) Voorkomen moet worden dat de ontwikkeling van de Nederlandse veredelingslandbouw en voedingsmiddelenindustrie wordt belemmerd;
c.) De import en afzet van grondstoffen voor de veredelingsindustrie uit derde landen dient zo weinig mogelijk worden belemmerd.