Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
L00319
28-04-1966
Actoren
Nota
Samenvatting
Nota inzake financiering gemeenschappelijk landbouwbeleid en aanverwante stukken

De problematiek van en rondom de landbouwfinanciering valt in drieën uiteen:

I. Het verband met de voltooiing van de douaneunie en het mandaat voor de Kennedy Ronde.
Het is in het Nederlandse belang dat zekerheid wordt geschapen t.a.v. de datum waarop de douaneunie volledig zal zijn gerealiseerd. Streefdatum dient 1 januari 1968 te zijn. De koppeling tussen industrie en landbouw dient niet te strikt zijn, maar enige binding is wel noodzakelijk. Het is aan de REZ om hierover knopen door te hakken. Wat de Kennedy-ronde betreft is het nadelig dat men besloten heeft om deze te koppelen aan de regeling van de landbouwfinanciering. Nu moet de achterstand bij de landbouwfinanciering en bij de Kennedy-ronde gelijktijdig ingehaald worden.
II. De onopgeloste technische vraagstukken van de landbouwfinanciering.
Het betreffen hier kwesties als de overgang van het netto- naar het brutosysteem, de verdeelslseutels voor de bijdragen, het plafond voor het orientatiedeel, de verevening van douane-ontvangsten en de gemeenschappelijke financiering van exportrestituties naar Oost-Duitsland.
III. Eigen middelen, parlementaire bevoegdheden van het EP en duur van de regeling.
Nederland dient aan het standpunt vast te houden dat de bevoegdheden van het EP uitgebreid dient te worden. Hoewel een unanieme verklaring over de versterking van de parlementaire bevoegdheden geen conditie sine qua non behoefte te zijn voor de Nederlandse isntemming met de landbouwfinanciering, kan wel voorlopig op aanvaarding van zo'n verklaring worden geïnsisteerd.
Zie ook