Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S00147
11-02-1952
Samenvatting
4a. Economische samenwerking in West-Europa.
Stikker heeft een vergadering van de NAVO-commissie inzake samenwerking op niet-militair terrein bijgewoond. Hij merkt op dat de economische positie van West-Europa steeds zorgelijker wordt. Na Engeland zal ook Frankrijk tot tijdelijke deliberalisatie overgaan. Daarnaast dreigt de EPU vast te lopen. Voorts is van Engelse zijde te kennen gegeven dat men weinig waarde hecht aan de eenmaking van de markt in West-Europa, wat het primaire doel van de OEEC is. Ook in Atlantisch verband wil Engeland niet over economische vraagstukken spreken.
Van den Brink merkt op dat de OEEC van veel belang is geweest voor de liberalisatie en voor de totstandkoming van de EPU.