S00492
17-11-1953
Actoren
Brief en instructie
Samenvatting
Door Nederland op de conferentie te Den Haag van 26 november 1953 in te nemen standpunt.
I. Nederland staat onveranderd op het standpunt a) dat een nieuwe gemeenschap die geen andere taak heeft dan overkoepeling van KSG en EDG onaanvaardbaar is. B) dat een EPG alleen aanvaardbaar is, als zij aanstonds een wezenlijke taak heeft ter verwerkelijking van de economische integratie van Europa: het scheppen van een gemeenschappelijke markt via het tot stand brengen van een douaneunie. C) Overdracht van soevereiniteit aan een supranationaal orgaan heeft alleen zin, indien aan het orgaan bevoegdheden worden overgedragen die corresponderen met het door het orgaan te dragen verantwoordelijkheid.
II. Nederland acht beperking tot 6 landen als een nadeel, maar aanvaardt dit omdat er geen andere landen die bereid zijn bevoegdheden aan een supranationaal orgaan over te dragen.
I. Nederland staat onveranderd op het standpunt a) dat een nieuwe gemeenschap die geen andere taak heeft dan overkoepeling van KSG en EDG onaanvaardbaar is. B) dat een EPG alleen aanvaardbaar is, als zij aanstonds een wezenlijke taak heeft ter verwerkelijking van de economische integratie van Europa: het scheppen van een gemeenschappelijke markt via het tot stand brengen van een douaneunie. C) Overdracht van soevereiniteit aan een supranationaal orgaan heeft alleen zin, indien aan het orgaan bevoegdheden worden overgedragen die corresponderen met het door het orgaan te dragen verantwoordelijkheid.
II. Nederland acht beperking tot 6 landen als een nadeel, maar aanvaardt dit omdat er geen andere landen die bereid zijn bevoegdheden aan een supranationaal orgaan over te dragen.