Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S00692
16-09-1946
Actoren
Brief en aantekening
Samenvatting
Toekomst Europeesche Regionale Samenwerking.
Het stuk staat vooral in het licht van de Duitse kwestie. Lamping meent dat de Nederlandse belangen het meest gediend zijn met een los federatief, dus zwak Duitsland. Daarnaast wijdt hij een beschouwing aan regionaliteit versus bilateralisme. Lamping wil bestaande vormen van regionale samenwerking, zoals in het Emergency Economic Committee for Europe, handhaven. Een verbetering van de pan-Europese samenwerking zal nauwelijks te bereiken zijn door een reorganisatie van het bestaande apparaat, omdat de toekomst afhankelijk is van de beslissing over Duitsland. Een zwakke politieke eenheid van Duitsland zal bij een pan-Europese samenwerking de meeste perspectieven bieden. Blijvende splitsing van Duitsland zou het einde betekenen van de tegenwoordige vorm van regionaal overleg.
Zie ook