Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S00977
24-04-1951
Actoren
Memorandum
Samenvatting
Raad van Europa.
1) De van de Raadgevende Vergadering van de Raad van Europa uitgaande voorstellen tot amendering van het Statuut zijn diepgaand bestudeerd door een commissie van hoge ambtenaren. Deze commissie heeft rapport uitgebracht aan het Comité van Ministers. Het is onwaarschijnlijk dat de regeringen van de lidstaten binnenkort overeenstemming zullen bereiken over ietwat ruimere bevoegdheden van de Raadgevende Vergadering. Geen van de voorstellen die het zuiver consultatieve karakter van de Assemblée beogen te wijzigen maakt kans op aanneming terwijl ook over de verbreding van de consultatieve taak nog geen overeenstemming is bereikt.
2) Tijdens de 7e zitting van het Comité van Ministers in november 1950 kon geen overeenstemming worden bereikt over drie rechten die deel moesten uitmaken van de Conventie van de Rechten van de Mens. Het lijkt erop dat juridische experts nu overeenstemming hebben bereikt over het recht op politieke vrijheid en het recht op opvoeding. Over het recht op eigendom moet het Comité van Ministers nog zoeken naar een compromis.
3) Op het moment bestaat er geen enkele band tussen de RvE en de NAVO. In de VS en Canada bestaat een streven naar de vorming van een Atlantic Union op federatieve basis. Ook de Britse socialisten zouden minder gereserveerd staan tegenover een organische band tussen de Atlantische mogendheden dan tegenover aansluiting bij het Europese continent.
Naar het voorkomt heeft de conceptie van een Atlantic Union ook voor Nederland veel aantrekkelijks.