Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S00997
18-01-1950
Actoren
Memorandum
Samenvatting
Van der Beugel gaat nader in op de relatie tussen de Raad van Europa en de OEES. De moeilijkheden van de OEES komen in toenemende mate voort uit de inbreuk die zal moeten worden gepleegd op de soevereine handelswijze van de deelnemende landen. Deze inbreuken zullen alleen kans van slagen hebben als ze gecompenseerd worden door maatregelen die voortspruiten uit de Europese verantwoordelijkheid voor de concrete nadelen. Het creëren van één markt in Europa zal onvermijdelijk tot gevolg hebben dat in de meeste landen ernstige dislocaties zullen optreden bij de liberalisatie van de handel. Als men dit niet op Europees niveau compenseert zal geen enkel land bereid zijn zijn medewerking te verlenen.
Het moge duidelijk zijn dat het betrekken van het enige Europese politieke orgaan van groot belang is. Op korte termijn verwacht hij vooral heil van het uitwisselen van gegevens tussen de secretariaten van beide organisaties.