Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01146
01-09-1954
Samenvatting
F879. Na de verwerping van de EDG is het de vraag welke houding Nederland nu moet gaan innemen. Ervan uitgaande, dat een West-Duitse herbewapening noodzakelijk is, dat de NAVO-politiek moet worden voortgezet kan men de volgende punten wel onderschrijven: 1) dat de Duitse herbewapening zo veel mogelijk gebonden moet zijn aan het Westelijk geallieerd kader, 2) neutralisering van Duitsland zal op den duur onvermijdelijk leiden tot Duits-Russische overeenstemming, 3) De pogingen om W-Europa zich aaneen te doen sluiten moeten niet worden opgegeven.
Nederland is vóór opname van W-Duitsland in de NAVO. Om een Frans veto af te wenden zal de geallieerde gezagsvoering wel versterkt moeten worden. T.a.v. de voortgang van de Europese integratie meent Fock dat weinig zinvol is om nu de onderhandelingen onmiddellijk weer ter hand te nemen. Bij de huidige constellatie in Frankrijk zou dat alleen maar op een mislukking kunnen uitdraaien.
Nederland zou ondershands in Benelux-verband zich kunnen gaan bezinnen over de wijze waaro W-Duitsland in de NAVO kan worden opgenomen. T.a.v. punt 3 moet de aandacht uitgaan naar steun aan de EGKS en voorlopig afwijzen van besprekingen over de EPG.
Spaak moet duidelijk worden gemaakt dat hij niet zonder consultatie kan optreden namens de Benelux en dat hij niet de Benelux-politiek dicteert.