Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01296
13-04-1964
Samenvatting
Het door Nederland in te nemen standpunt over een gemeenschappelijk energiebeleid te Luxemburg.
Op 5 april 1962 vond te Rome een bijeenkomst plaats van de EGKS-ministers en vertegenwoordigers van de uitvoerend organen van de Europese Gemeenschappen. Een interexecutieve werkgroep 'Energie' kreeg opdracht voorstellen voor een gemeenschappelijk energiebeleid aan de bijzondere ministerraad van de EGKS. Doel was het realiseren van een vrije energiemarkt (kolen en olie) in 1970. Tegen de inhoud van het energiememorandum heeft Nederland zekere bezwaren, maar de Nederlandse regering is wel positief over de inhoud en wil het als uitgangspunt voor verdere discussies aanvaarden. Het belangrijkste Nederlandse bezwaar richt zich tegen de mogelijkheid van permanente subisidëring van een gedeelte van de kolenproductie. Bovendien valt op te maken dat men wil streven naar handhaving van een bepaalde kolenproductie in de gemeenschao, ook al is deze niet geheel rendabel. Nederland wil streven naar een zo goedkoop mogelijke en stabiele voorziening van energie, waarbij subsidiëring eerst zou mogen worden overwogen, indien zou vast komen te staan, dat zonder subsidiëring een stabiele levering van energie onmogelijk zou zijn. Dit houdt in dat permanente subsidiëring moet worden verworpen.
Zie ook