Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01350
17-3-1963
Actoren
Memorandum
Samenvatting
21/63. Luns doet verslag van zijn onderhoud met president De Gaulle op Huis ten Bosch. Hij begon met het uiteenzetten van het Nederlandse standpunt na de gebeurtenissen van januari 1963. Deze hebben het vertrouwen niet alleen van Nederland en de vier andere EEG-partners geschokt en het wederzijdse vertrouwen zeer ondermijnd. Hij benadrukte dat de Franse politiek gevaarlijke kanten had. Met een hechte aaneensluiting zouden de zes toch niet in staat zijn tegenover de VS en SU een gelijkwaardige rol te spelen. Met de deelname van Engeland zou de EEG beter tot ontplooiing kunnen komen. Engeland is volgens Luns een intrinsiek deel van Europa en is toetreding zeer gewenst. Tenslottew wees Luns erop dat Nederland bepaald niet alle aspecten van de Amerikaanse politiek t.ov. Europa toejuicht.
De Gaulle verklaarde dat zijn aanvankelijke aarzelingen door Engeland waren weggenomen, maar hij heeft uiteindelijk moeten concluderen dat Engeland economisch noch politiek bereid bleek volwaardig lid van de EEG te worden. De Engels-Amerikaanse akkoorden van Nassau hadden hem pijnlijk getroffen. Luns meende echter dat Engeland wel degelijk bereid was om gelijkwaardig lid van de Gemeenschap te worden.
Ook werd gesproken over het mislukte streven naar een politieke unie.