Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01370
19-1-1968
Actoren
aide mémoire
Samenvatting
Na de beraadslagingen in de EEG-Raad van 19 december is besloten met de Benelux-partners overleg te plegen om te onderzoeken, welke voorstellen gedaan zouden kunnen worden voor het openen van onderhandelingen voor toetreding van Groot-Brittannië, Ierland, Denemarken en Noorwegen. De Beneluxlanden waren ervan overuigd dat Europa zich niet beperkt tot de zes staten die verbonden zijn aan het Verdrag van Rome; het dient tevens eenwording na te streven in die sectoren, die nog niet onderwerp uitmaken van communautaire beslissingen.
De Beneluxlanden bepleiten instelling van een procedure voor overleg tussen enerzijds Gemeenschap en lidstaten en anderzijds staten die toetreding wensen. Gedacht wordt aan a) voortzetting van de door de Commissie ondernomen studie van de moeilijkheden en voordelen van toetreding van kandidaat-leden, vaststelling van een procedure voor overleg met de kandidaat-leden, c) verwezenlijking van gemeenschappelijke activiteiten van die Europese staten die zulks wensen op gebieden die niet door de Verdragen wordtn bestreken.
De Beneluxlanden zijn van oordeel dat deze voorstellen, die beogen de opbouw van Europa een nieuwe stimulans te geven, onvolledig zouden zijn zonder versterking van de betrekkingen op het gebied van de politieke eenwording. De drie staten hebben besloten hun politieke samenwerking te versterken en regelmatig overleg te plegen over gemeenschappelijke standpunten.