Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01384
17-12-1962
Actoren
Brief en verslag
Samenvatting
Verslag van de 14e ministeriële bijeenkomst tussen het Verenigd Koninkrijk en de EEG op 10 en 11 dec. 1962.
Begonnen werd met het uiteenzetten van het standpunt van de zes inzake de Britse landbouw. Gesteld werd dat in de eindfase de regels van de gemeenschappelijke markt van toepassing moeten zijn op alle lidstaten van de vergrote Gemeenschap. Bijzondere overgangsmaatregelen zijn mogelijk, waarbij een voorkeur uitgaat naar consumentensubsidies van aflopende aard. Deze moeten eind 1969 een einde nemen. Deficiency payments moeten bij toetreding worden afgeschaft. Niettemin is de EEG bereid na te gaan welke maatregelen kunnen worden genomen iv.m. de verplichtingen van de Britse regering jegens het parlement. Couve de Murville vond het echter onaanvaardbaar als de Britten in de overgangsperiode buiten de werking van het landbouwbeleid blijft. De algemene indruk was dat de Britse delegatie in gebreke was gebleven het bewijs te leveren dat het aanbod van de zes onacceptabel is. De volgende dag werd een voorstel van Luns aanvaard voor het instellen van een Commissie van Onderzoek van de ministers van Landbouw.
Verder werd gesproken over o.m. het financieel mandaat en de EFTA.