Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01868
12-01-1970
Actoren
Memorandum
Samenvatting
1011. Europese samenwerking.
De Ranitz had een lunchgesprek met Davignon over de Belgische gedachten inzake de Europese politieke unificatie en de wijze waarop de toetredingsonderhandelingen dienden te worden gevoerd. Inzake de politieke unificatie wil hij nog geen haast maken. Men wil eerst zien hoe de Fransen zich opstellen bij de toetredingsonderhandelingen. Nederland heeft dezelfde insteek, maar men moet ervoor oppassen dat men niet wordt geconfronteerd met een Frans plan dat de basis voor de discussie gaat vormen.
W.b. de toetreding kreeg De Ranitz de indruk dat Harmel onderhandelingen wenst tussen de Gemeenschap enerzijds en de kandidaten anderzijds. De Ranitz plaatste een groot vraagteken bij het verlenen van een te grote bevoegdheid aan de Europese Commissie, gezien de moeilijke wijze van onderhandelen in het verleden.