Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
Advies inzake de toetreding tot de EEG van het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Denemarken en Noorwegen.
1 Het is van groot belang dat de toetreding geen afbreuk doet aan het supranationale karakter van de EG; ook dient de toetreding de democratisering van de beleidsvorming ten goede te komen. 2. Voorts moet gestreefd worden naar het beƫindigen van de bezwaren verbonden aan het akkoord van Luxemburg (vermijden van meerderheidsbesluiten). 3) Gestreefd moet worden naar beperking van de onderhandelingen tot de belangrijkste vraagstukken. 4) De Europese Commissie moet bij de onderhandelingen een actievere rol spelen dan in 1961-63 het geval was. 5) Toetreding van kandidaatleden dient bij voorkeur op hetzelfde tijdstip plaats te vinden. 6) Tot de prealabele voorwaarden waaraan kandidaatleden voor de aanvang van de onderhandelingen moeten voldoen behoren niet alleen aanvaarding van de verdragen en reeds genomen besluiten, maar ook de bereidheid mee te werken aan verdere versterking en uitbouw van de Gemeenschappen. 7) Voorts wordt het belang van heroriƫntering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid onderstreept.