Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02071
19-03-1969
Samenvatting
IRHP '69-10 Definitief. Handelspolitieke desiderata t.a.v. het Europese landbouwbeleid.
De EEG oefent met haar landbouwbeleid een enorme invloed uit op de wereldmarkt voor landbouwproducten. Deze markt kampt met ernstige onevenwichtigheden en met het probleem dat de productie sneller toeneemt dan de afzetmogelijkheden. Ervoor gewaakt dient te worden dat de Gemeenschap de financiƫle last van de groeiende productie niet zonder meer afschuift op de derde landen door een verhoging van de protectie. Dit zal niet alleen negatieve gevolgen hebben voor de wereldmarkt voor landbouwproducten. Gevreesd moet worden dat de ongeremde groei van de productie en de stijging van de kosten, niet wordt aangepakt. Verder zal dit een negatieve weerslag hebben op de wereldhandel.
De nota boordeelt de Commissie-voorstellen op basis van de handelspoltiieke implicaties. De doeleinden die de Commissie voor ogen heeft, een rationalisatie van de landbouw waarbij het prijsmechanisme zijn regulerende taak weer kan vervullen, verdient steun, mist de EEG ook rekening houdt met de gewenste sanering van de wereldmarkt.

N.B. In de eerste versie (van 3 febr.) werd nog gesteld dat het EEG-landbouwbeleid weer een economisch beleid en geen sociaal beleid (gericht op verbetering van de sociale positie van de boer) moet worden. Een isolement van de EEG-landbouw t.o,v. de wereldmarkt is een slechte en onhoudbare zaak. Een levensvatbare boerenstand zal in redelijke concurrentie moeten kunnen staan met de wereldmarkt. Deze passage is uit de nota verdwenen.