Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02182
03-12-1965
Samenvatting
1247. Fusie executieven EGKS-EEG-EGA.
In de vergadering van de begrotingscommissie voor Buitenlandse Zaken van 2 dec werd afgesproken het standpunt van de regering over de fusie door te verwijzen naar de Vaste Commissie. De vraag die aan de orde is of de regering van oordeel is dat de Staten-Generaal moet overgaan tot behandeling van het fusieverdrag, ofwel aanhoudt totdat meer zekerheid bestaat over de toekomst van de Gemeenschappen.
Bij de antwoording van die vraag stelt Italianer dat de fusie op zichzelf een positieve stap is bij de opbouw van de Europese integratie. De crisis beïnvloedt niet het oordeel over de waarde van de fusie. Wel is de crisis van invloed op de waardering van de fusie, indien men meent dat de fusie door de Franse regering zou kunnen worden misbruikt, om bepaalde lden van de huidige executieven uit de nieuwe Commissie te weren.
T.a.v. de ratificatie kan met de Kamer worden afgesproken dat - ondanks de goedkeuring van het verdrag - eerst tot deponering zal worden overgegaan na instemming van de Kamer c.q. de vaste commissie. Staatsrechtelijk is dit echter niet juist. Een alternatief is deponering door de regering eerst na overleg met de Vaste Commissie. Het bezwaar hiervan id dat de garantie ontbreekt dat de regering niet zal deponeren, als de Staten-Generaal zulks niet wensen.
Een bruikbare constructie is daarom, dat de regering de Vaste Commissie toezegt, dat zij niet tot deponering zal overgaan, vóórdat tussen de regeringen van alle zes lidstaten overeenstemming bestaat, wie er in de Commissie benoemd zullen worden.