Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02183
02-02-1966
Samenvatting
122. Fusie executieven.
Na de gisteren gebleken bezwaren van sommige Kamerleden om onder de huidige omstandigheden tot goedkeuring van het fusieverdrag over te gaan, kan wellicht het volgende dienen om de Tweede Kamer aan te sporen tot spoedige goedkeuring.
1. De regering meent uit de uitlatingen van verschillende afgevaardigden te kunnen opmaken, dat zij de fusie op zichzelf een goed iets achten, doch beducht zijn voor de politieke implicaties van de fusie, voortvloeiende uit de Franse houding.
2. De regering heeft begrip voor de beduchtheid van de Kamer om het verdrag nu te beoordelen. Dit is echter geen reden om behandeling uit te stellen. Aanhouden van behandeling is staatsrechtelijk onjuist.
3. Het aanhouden zou bovendien een blijk zijn van gebrek aan vertrouwen van de Kamer jegens de regering. Er is immers toegezegd dat Nederland pas tot deponering van de ratificatie-oorkonde zal overgaan nadat tussen de zes overeenstemming is bereikt over de samenstelling van de nieuwe commissie.
Voorts meent de regering dat de fusie de positie van de executieve versterkt.