Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02426
26-03-1971
Samenvatting
282. Uw gesprekken in Parijs over de toetredingsonderhandelingen.
In de gesprekken met Franse bewindslieden zou Luns uiting kunnen geven van zijn bezorgdheid over het verloop van de onderhandelingen met het VK. Over de hoofdproblemen zouden de zes binnen een dag tot overeenstemming kunnen komen. "Wij zijn ervan overtuigd dat bij alle lid-staten, ook bij Frankrijk, de politieke wil aanwezig is om Engeland als lid toe te laten." Het Britse lidmaatschap is echter alleen mogelijk als de zes aan het VK voorwaarden stellen die het de Britse regering mogelijk maken de toetreding in eigen land te verdedigen. De overeenstemming moet snel worden bereikt, wil men voorkomen dat in de Britse publieke opinie het getij verloopt.
Nederland wil daartoe offers brengen. Het ziet de toetreding als een politiek belang van de eerste orde.
Voor de Nederlandse regering is echter niet duidelijk geworden was Frankrijk precies wil. Hoewel de bereidheid van Frankrijk om Engeland toe te laten niet in twijfel wordt getrokken, vreest het dat de Franse standpunten een belemmering kunnen vormen voor de toetreding.
Genoemd worden de openstaande kwesties: 1) financieringsregeling, 2) Nieuw-Zeeland, 3) suiker.