Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02531
10-09-1968
Samenvatting
Verslag 31e verg. ministers van Financiën EG op 9 en 10 september 1968.
1. Eigen middelen Gemeenschap. Staatssecr. Grund refereerde aan de discussie over de grotere inspraak van ministers van Financiën bij beslissingen met grote financiële consequenties, zoals bij het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Grund plaatste deze zaak binnen het gezichtspunt van de eigen middelen. Toekenning daarvan dwingt de EG tot herziening van de procedure van besluitvorming over de financiële aspecten van het gemeenschappelijk beleid. Andere ministers wezen echter op de politieke kanten van het vraagstuk. Meer instemming kreeg Grund voor de bepleitte noodzaak van grotere invloed van de ministers van Financiën en herziening van de budgettaire en financiële procedure.
4. Coördinatie monetaire politiek. Dit agendapunt was in hoofdzaak gewijd "aan het geleidelijk traditioneel wordende, pleidooi van minister Werner om forse stappen te zetten op de weg die tot een monetaire unie voert." Werner presenteerde zijn actieprogram. Witteveen wees erop dat men zich moest realiseren, dat de monetaire unie eerst goed aan de orde gesteld kan worden als slotfase van een proces van een betere coördinatie van de conjunctuurpolitiek, de economische en sociale politiek alsmede de monetaire politiek. Daarom achtte hij een fundamentele discussie thans nog prematuur. Schiller sloot zich in grote lijnen hierbij aan.