S02547
04-03-1971
Actoren
Memorandum
Samenvatting
211. Voorstellen Europese Commissie inzake landbouwprijzen en -structuurmaatregelen.
N.a.v. de REZ van 25/2 vond gisteren een interdepartementale bespreking plaats. Besproken werden.
1. Prijsvoorstellen. Van de zijde van Landbouw werd de gebruikelijke optimistische uiteenzetting gegeven m.b.t. de overschotsituatie en de gevolgen voor de productieomvang van verdere prijsverhogingen. De andere ministeries waren niet overtuigd. Overigens is de houding van de overige ministeries niet gelijkluidend. De toename van de productie was de afgelopen jaren afgeremd door de handhaving van de landbouwprijzen. Het gevaar is dat deze rem verdwijnt wanneer de prijzen worden verhoogd. Landbouw stelt echter dat de spanning dermate is opgelopen dat er iets moet worden gedaan aan de prijzen. De andere departementen willen liever geen prijsverhoging maar wanneer deze onontkoombaar is dan liever geringe verhogingen die de Commissie voorstelt boven hetgeen Landbouw wenst.
3. Plafonnering financiële koste totale landbouwbeleid. Dit is een wens van Financiën. Landbouw heeft hier bezwaar tegen gezien de fluctuering van de landbouwprjzen. Financiën was niet bereid een compromisvoorstel van EZ te aanvaarden.
4. Structuurmaatregelen. De benadering van Landbouw wordt aanvaardbaar geacht. Dit betekent dat de komende drie jaar een voorzichtig begin kan worden gemaakt.
Conclusie. Besloten wordt geen nieuwe nota naar de REZ te sturen, maar alleen een overzicht van Landbouw van de te verwachten financiële gevolgen van de prijsverhogingen. M.b.t. de prijzen bleven de standpunten ongewijzigd. Voor een jaarlijkse plafonnering van de uitgaven van het landbouwbeleid kreeg Financiën geen steun.
N.a.v. de REZ van 25/2 vond gisteren een interdepartementale bespreking plaats. Besproken werden.
1. Prijsvoorstellen. Van de zijde van Landbouw werd de gebruikelijke optimistische uiteenzetting gegeven m.b.t. de overschotsituatie en de gevolgen voor de productieomvang van verdere prijsverhogingen. De andere ministeries waren niet overtuigd. Overigens is de houding van de overige ministeries niet gelijkluidend. De toename van de productie was de afgelopen jaren afgeremd door de handhaving van de landbouwprijzen. Het gevaar is dat deze rem verdwijnt wanneer de prijzen worden verhoogd. Landbouw stelt echter dat de spanning dermate is opgelopen dat er iets moet worden gedaan aan de prijzen. De andere departementen willen liever geen prijsverhoging maar wanneer deze onontkoombaar is dan liever geringe verhogingen die de Commissie voorstelt boven hetgeen Landbouw wenst.
3. Plafonnering financiële koste totale landbouwbeleid. Dit is een wens van Financiën. Landbouw heeft hier bezwaar tegen gezien de fluctuering van de landbouwprjzen. Financiën was niet bereid een compromisvoorstel van EZ te aanvaarden.
4. Structuurmaatregelen. De benadering van Landbouw wordt aanvaardbaar geacht. Dit betekent dat de komende drie jaar een voorzichtig begin kan worden gemaakt.
Conclusie. Besloten wordt geen nieuwe nota naar de REZ te sturen, maar alleen een overzicht van Landbouw van de te verwachten financiële gevolgen van de prijsverhogingen. M.b.t. de prijzen bleven de standpunten ongewijzigd. Voor een jaarlijkse plafonnering van de uitgaven van het landbouwbeleid kreeg Financiën geen steun.