Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02758
06-10-1971
Actoren
Memorandum
Samenvatting
395/71. Kanttekening bij de nota vd EEG-Commissie over ontwikkelingssamenwerking.
Er gaapt een wijde kloof tussen het hulpverlenings-beleid in de nota vd EC en de Nederlandse OS-politiek.
1. Het beleid dat de EC formuleert is naar inhoud en vorm gedacht en bedacht vanuit de lidstaten. De nota doet verouderd aan. De ontwikkelingsstrategie wordt genegeerd.
2. In de nieuwe benadering wordt de behoefte aan meer coördinatie onderkend en de focus ligt daarbij op de ontvangende landen. De EC beoogt coördinatie tussen donors.
3. De teneur vd nota is versterking vd EEG-hulp aan Afrika en Middellandse Zeegebied. Door het terugtrekken van VK en VS uit Azië wordt dit continent aan zijn lot overgelaten. Latijns-Amerika wordt overgelaten aan de VS, die juist bezig is zijn hulpverlening in te perken.
Bij de bepaling vh Nederlandse standpunt dient de vraag te worden beantwoord welke rol de EEG in het ontwikkelingsbeleid dient te spelen.
T.a.v. van terreinen waarop NL autonoom is (financiële en technische hulp) dient de vraag te worden gesteld of communautair beleid verbeterend kan zijn. De voorlopige conclusie lijkt negatief.
T.a.v. onderwerpen waarop NL zijn autonomie aan Brussel heeft overgedragen, ligt de zaak wezenlijk anders. T.a.v. handels- en landbouwbeleid biedt de nota interessante aanknopingspunten.