Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02956
07-02-1964
Samenvatting
Europese Politieke Samenwerking.
Met belangstelling werd kennis genomen van het verslag van de ambassadeur te Luxemburg met de directeur-generaal Politieke Zaken m.b.t. de EPS.
Het door Pescatore gebezigde argument, dat een verder uitblijven van politieke groei het voortbestaan van de Gemeenschap in gevaar zou brengen, wordt graag gebruikt door degenen, die menen dat alleen door toegeven aan De Gaulle op het gebied van een politieke unie de Europese Gemeenschappen kunnen worden behoegd voor een échec. Deze zienswijze wordt niet gedeeld.
In de conceptie van Monnet c.s. zou de politieke eenheid geen levensvatbaarheid hebben zonder een geïntegreerde economische gemeenschap. Zover is de EEG nog niet. Voorts kan het tot stand brengen van een politieke gemeenschap pas dan met vrucht ter hand worden genomen wanneer er tussen de staten in grote lijnen overeenstemming bestaat over grote politieke wereldvraagstukken. Hiervan is nog geen sprake.
De vraag of het door De Gaulle gepropageerde 'Europa der vaderlanden' te rijmen valt met de grondgedachten van de Europese verdragen, behoeft nauwelijks meer beantwoording. De grondleggers der Gemeenschappen hadden een geheel ander beeld voor ogen wat een politieke gemeenschap moest inhouden. Een verdere opbouw van Europa dient daarom te geschieden op basis van een voortgaande integratie in supranationale zin.