Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02987
02-11-1978
Samenvatting
Op 10 oktober vond de conferentie van Justitieministers van de negen EG-landen plaats. Gesproken werd over bestrijding van terrorisme en de Franse voorstellen voor een Europese rechtsruimte. In de door hoge beambten voorbereide verklaring werd gesteld dat wordt ingestemd met de openstelling van het 'Belgische akkoord', de tussen de negen uitgewerkte 'toepassingsovereenkomst' bij het Europese anti-terrorismeverdrag.
Voorts kreeg een ambtelijke werkgroep opdracht verder te gaan met bestudering van de Franse voorstellen voor Europese rechtsruimte. De Franse minister van Justitie, Pyrefitte stelde dat hij niet van plan was het anti-terrorismeverdrag goed te keuren, omdat het onvoldoende was en niet overeenstemde met de opzet van de initiatiefnemers.
Nederland wees op de verworvenheden van de Raad van Europa en stelde dat de Franse voorstellen hooguit op te vatten zijn als voorstellen voor verbetering en aanvulling van de Raad van Europa verdragen en niet als voorstellen die daarvoor in de plaats moeten komen.
De Ruiter beziet de Franse ideeën met enige zorg. Zolang alleen Denemarken de Nederlandse opvattingen steunt, zal het niet eenvoudig zijn de voorstellen in de gewenste richting te laten gaan.