Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03096
09-06-1976
Actoren
Memorandum
Samenvatting
37/76. Rambouillet II.
Fitzgerald belde over deze topconferentie. Hij kwam met de volgende gedachten: a) t.a.v. aangelegenheden de Gemeenschap rakende zou in Porto Rico alleen door de Presidence en de Commissie worden gesproken, b) voor economisch-monetaire zaken zou in het grote mogendhedenoverleg worden berust en aanvaard dat de Presidence uitsluitend een waarnemersfunctie zou vervullen.
Van der Stoel stelde daarop dat Nederland het noodzakelijk acht om in eerste instantie vast te houden aan de formule óf vertegenwoordiging van de Gemeenschap door Presidence en Commissie óf door negen plus Commissie. De door Fitzgerald genoemde formule zou alleen aanvaardbaar zijn mits deze gekoppeld zou worden aan een bevredigende formule inzake vertegenwoordiging van de Gemeenschap in de toekomst. Nederland had ook moeilijkheden met de bespreking van economisch-monetaire zaken in i.h.k.v. de Groep van 7, overigens mede in het licht van het bestaan van de groep van 10. De formule van de Presidence en Commissie als enige woordvoerders van de Gemeenschap zou in ieder geval vóór Senningen aan de 4 kenbaar moeten worden gemaakt.
Van der Stoel wees opnieuw de suggestie tot overleg in de club van 5 van de hand, waarbij hij wel waarde hechtte aan bilateraal vooroverleg tussen de kleinere EG-landen.