Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
4 e. De EEG-landbouwprijzen
Boersma merkt op dat het marathondebat over de landbouwprijzen vooral een schorsmarathon is geweest. De Europese Commissie heeft de voorstellen steeds meer in de richting van de Franse uitgangspunten gebracht. De invloed van kleine landen is vrijwel nihil geworden. Boersma is van mening dat er zo niet langer kan worden gewerkt in de Europese ministerraad en dat een wijziging van de besluitvormingsprocedure noodzakelijk is. Het recht van veto en het systeem van een fatale termijn zorgen ervoor dat men tot het laatste wacht om nationale verlangens te verwezenlijken wat vooral voor kleine landen schadelijk is. Wel is tijdens de vergadering het hoofddoel van de vaststelling van de prijzen bereikt: een nieuwe crisis is voorkomen en met het oog op inflatiebestrijding hoeven de prijsverhogingen geen desastreuze gevolgen te hebben. De wijzigingen in de resolutie ten aanzien van het probleem van berggebieden is overeenkomstig met de verlangens van de Nederlandse ministerraad.